Home Blog Pagina 74

Mensen met jicht hebben veel problemen om geschikt schoeisel te vinden

0

Het vinden van geschikte schoenen blijkt voor mensen met jicht niet makkelijk. Recent onderzoek heeft in kaart gebracht waar ze tegenaan lopen en welke keuzes ze maken.

Jicht komt veel voor in de voet en vooral in het 1e metatarsofalangeale gewricht. Het valt daarbij op dat mensen met jicht ook vaak slecht passend schoeisel dragen met gebrekkige demping en ondersteuning, hetgeen de klachten alleen nog maar kan verergeren. Schoeisel met een goede demping en ondersteuning zou een effectieve niet-medicamenteuze behandeling kunnen zijn. Op dit moment is er echter weinig bekend over de ervaringen van mensen met jicht met schoeisel. Daarom is er een studie gedaan onder mensen met jicht om hun ervaringen met het vinden van schoeisel en de keuzes die zij daarbij maken in kaart te brengen.

Comfort en pasvorm

Er werd een online enquête afgenomen bij mensen die een website bezochten die educatie over het omgaan met jicht verzorgde. De vragenlijst bestond uit 17 vragen. 83 mensen vulden de enquête in. Ze gaven aan voornamelijk gesloten sportschoenen, stevige wandelschoenen of gesloten instappers te dragen. Slechts 16% droeg orthopedische schoenen. Comfort, pasvorm en gemak van aan- en uittrekken waren de belangrijkste factoren bij de keuze voor het schoeisel. Meer dan de helft gaf aan moeite te hebben om schoeisel te vinden.

Conclusie

De conclusie van het artikel is dat mensen met jicht comfortabele schoenen nodig hebben met een wijde opening, soepel materiaal en een verstelbare sluiting. De grootste problemen worden ondervonden bij het vinden van schoenen die breed genoeg zijn, werkschoenen / gepast voor op het werk en dan ook nog eens mooi genoeg zijn.

Bron: Journal of Foot and Ankle Research

Wondzorg App bestudeert wondlekkage en infectie bij gewrichtsprothese

0

In november is de Wondzorg App-studie van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en 9 andere Nederlandse ziekenhuizen* gestart. De app is aangesloten op het elektronisch patiëntendossier en betrekt patiënten bij wie een gewrichtsprothese is geplaatst actiever bij de zorg na hun operatie. Onderzoekers kunnen via de app het verband tussen wondlekkage en infecties bestuderen.

Tot 30 dagen na plaatsing van een gewrichtsprothese stelt de Wondzorg App dagelijks een aantal korte vragen over de operatiewond aan de patiënt. Bijvoorbeeld over de mate van pijn en over eventuele koorts en wondlekkage. Op basis van de antwoorden berekent de app een score. Bij een te hoge score adviseert de Wondzorg App om contact op te nemen met de behandelend arts. In het LUMC kan de arts de ingevulde gegevens direct en inzien in het patiëntendossier.

Meer betrokkenheid van patiënt

“Met dit nieuwe onderzoek komen we meer te weten over onder andere het verband tussen wondlekkage en het optreden van een infectie na plaatsing van een gewrichtsprothese”, aldus orthopedisch chirurg Robert van der Wal en internist-infectioloog Henk Scheper van het LUMC. “Ook willen we met de Wondzorg App de betrokkenheid van patiënten bij hun eigen gezondheid vergroten. Zij gaan tegenwoordig snel naar huis na een operatie. De app vergemakkelijkt het contact tussen patiënt en arts en draagt zo bij aan goede nazorg tijdens het herstel.”

Brede samenwerking

De Wondzorg App vormt momenteel de enige meetmethode voor wondlekkage, naast het oordeel van de dokter die patiënten na de operatie terugziet. “Ook het interactieve karakter van de app is bijzonder, zoals de mogelijkheid om direct via de app contact met de arts op te nemen”, zegt Van der Wal. “Bij enthousiasme in meerdere ziekenhuizen en een succesvolle uitkomst kunnen we de app mogelijk breder inzetten in de Nederlandse postoperatieve zorg.”

* In totaal doen 10 ziekenhuizen mee aan de studie van de Wondzorg App: Alrijne Ziekenhuis, HagaZiekenhuis, Erasmus MC, UMCG, Ziekenhuis Nij Smellinghe, Medisch Centrum Leeuwarden, Ziekenhuis Rijnstate, Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam en het LUMC.

Bron: LUMC

Dankzij kniedistractie behouden mensen met artrose langer het eigen kniegewricht

0

Mensen met artrose in de knie zijn niet altijd meer “veroordeeld” tot een kunstknie dankzij een nieuwe operatietechniek: kniedistractie. Roel Custers, orthopedisch chirurg in het UMC Utrecht, hielp mee aan de ontwikkeling van deze behandeling. Door de vele media-aandacht voor het succes van de ingreep, heeft het UMC Utrecht inmiddels een wachtlijst van 9 maanden.

Mensen met artrose in de knie bij wie lopen echt niet meer gaat, kunnen een kunstknie laten plaatsen. Maar dankzij een nieuwe operatie, de kniedistractie, die het UMC Utrecht ontwikkelde, is dit niet altijd meer nodig. Inmiddels heeft de poli van orthopedisch chirurg Roel Custers van het UMC Utrecht een lange wachtlijst van patiënten, meldt Gezondheidsnet in een interview met de arts.

Pijnklachten

Volgens Custers is het grote nadeel van een kunstknie dat er geen weg terug is, aangezien het oorspronkelijke kniegewricht is vervangen door de prothese. Daarnaast is 20 procent van de patiënten niet zo tevreden over de kunstknie, aangezien zij pijnklachten kunnen houden. Verder is de levensduur van een prothese beperkt, ongeveer 15 tot 20 jaar. Patiënten kunnen wel een hersteloperatie krijgen als de prothese los zit of wanneer een infectie is opgetreden, maar de resultaten daarvan zijn niet altijd goed.

Frame

Kniedistractie biedt echter een alternatief. Hierbij plaatst de chirurg een frame aan de buitenkant van de knie waarin de artrose zit. Dit frame wordt vastgezet met pennen in het bot. “De buizen kunnen we een beetje van elkaar af draaien tot er een ruimte van zo’n 5 millimeter ontstaat in het gewricht”, vertelt Custers in het interview. “Die ruimte vult zich weer op met kraakbeen. Het vastzetten gebeurt op de operatiekamer. Het frame laten we 6 tot 7 weken zitten. Vervolgens halen we het er weer af.”

Uitstel van knieprothese

De orthopedisch chirurg is enthousiast over kniedistractie, aangezien mensen zo langer het eigen gewricht behouden. “Door deze techniek hebben veel mensen langdurig minder pijn en kun je een knieprothese vele jaren uitstellen. Uit onderzoek is gebleken dat bijna de helft van degenen die behandeld zijn, na 10 jaar nog geen kunstknie nodig heeft. Ik vind het ook belangrijk dat het grootste deel van de mensen die een kniedistractie ondergingen, tevreden is met de behandeling.”

Prothese infecteren

Voor kniedistractie wordt een leeftijdsgrens van ongeveer 65 jaar aangehouden. De operatie wordt niet gedaan bij mensen die elders een prothese, bijvoorbeeld in de heup, hebben. Doordat bij een operatie aan de knie pennen door de huid gaan, is er een kans dat bacteriën mee naar binnen glippen. Zij kunnen de prothese infecteren. Mensen met een BMI hoger dan 30 komen niet in aanmerking voor de operatie omdat bij hen geen frame tussen de benen past. Zij moeten eerst afvallen.

Meer ziekenhuizen

Het UMC Utrecht heeft al veel patiënten met kniedistractie behandeld. Door de media-aandacht is de wachttijd bij hun polikliniek ondertussen opgelopen tot 9 maanden. Maar inmiddels voeren ook 9 andere ziekenhuizen verspreid over het land kniedistractie uit.

Bron: Gezondheidsnet

Onderzoek naar klompvoeten stap verder met grote subsidie

0

Met een subsidie van bijna 700 duizend euro maakt SIA RAAK-PRO verder onderzoek naar klompvoeten mogelijk. Het onderzoek richt zich vooral op participatie en functioneren; ervaren kinderen in het dagelijks leven daadwerkelijk last van het feit dat ze een klompvoet hebben? En hoe is de kwaliteit van leven van deze kinderen? Hoe erg is het om een klompvoet te hebben?

In de loopanalyses zijn verschillen gezien tussen klompvoetpatiëntjes en kinderen zonder klompvoet in enkele gewrichtshoeken, maar beperken deze verschillen de klompvoetpatiënt nou écht in de dagelijkse praktijk? Dit soort vragen staan centraal in het verdere onderzoek.

Welke problemen ervaren kinderen

Vier jaar lang zullen onder andere kinderfysiotherapeuten, de patiëntenvereniging en KU Leuven verschillende studies opzetten en uitvoeren. Met behulp van vragenlijsten, 3D-bewegingsanalyses en klinische gegevens proberen de onderzoekers een gedetailleerd beeld te krijgen van problemen die kinderen met een klompvoet in de dagelijkse praktijk ervaren en hoe een eventuele aanvullende behandeling hierbij kan helpen.

Gespecialiseerde zorg

Bij een klompvoet is sprake van een volgroeide voet, die tijdens de zwangerschap in een verkeerde stand is gegroeid. Spieren, banden en pezen ‘trekken’ de voet in een kromme stand. Bij de geboorte wijzen de voeten van de baby dan ook naar beneden, in plaats van naar voren.

Het onderzoek start in februari 2020 en wordt gecoördineerd door Fontys Paramedische Hogeschool, Maxima Medisch Centrum en Catharina Ziekenhuis.

Bron: Medical Facts

Zout stimuleert ontstekingsreacties

0

Wetenschappers van het Amsterdam UMC hebben voor het eerst aangetoond dat zout ontstekingsreacties bevordert. Die kunnen slagaderverkalking stimuleren. We weten al dat zout de bloeddruk kan verhogen en zo ook slagaderverkalking kan verergeren. De Hartstichting steunde het onderzoek.

De onderzoekers deden hun ontdekking bij een groep gezonde vrijwilligers, waarbij groep 1 voeding met weinig zout kreeg en groep 2 voeding met veel zout. De onderzoekers zagen dat de bloeddruk steeg bij de groep die veel zout binnenkreeg. Daarnaast zagen ze bij deze groep meer witte bloedcellen in het huidweefsel. Witte bloedcellen zijn actief bij ontstekingsreacties in het lichaam.

Slagaderverkalking

De onderzoekers zagen ook dat voeding met veel zout de witte bloedcellen zelf verandert. Zo kunnen deze cellen gemakkelijker door de bloedvatwand kruipen en naar ontstoken plekken in het lichaam gaan. Ook scheiden ze meer ontstekingsstoffen uit. Dit versterkt ontstekingsreacties.

Hart- of herseninfarct

“Dit is het eerste onderzoek dat aantoont dat zout bij mensen ontstekingen kan bevorderen”, vertellen de betrokken onderzoekers Jan Van den Bossche en Liffert Vogt. “Op die manier kan zout dus slagaderverkalking verergeren. Dit is een chronisch ontstekingsproces in de bloedvatwand, dat kan leiden tot een hart- of herseninfarct.”

Bron: Hartstichting

Huidkanker is de meest voorkomende kankersoort

0

Huidkanker is de meest voorkomende kankersoort in Nederland. Van alle diagnoses kanker is ongeveer de helft huidkanker. Het aantal patiënten met huidkanker stijgt ook snel en zal de komende jaren blijven stijgen, dat blijkt uit het rapport ‘Huidkanker in Nederland’ van Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).

Er is nu voor het eerst volledig zicht op hoe vaak huidkanker voorkomt, doordat vanaf 2016 gegevens van ziekenhuizen, zelfstandige behandelcentra en huisartsenpraktijken samenkomen in de Nederlandse Kankerregistratie.

Jaarlijks komen er bijna 70.000 nieuwe huidkankerpatiënten bij. Dit leidt tot gemiddeld 891 nieuwe patiënten per ziekenhuis per jaar. Dit legt een grote druk op de Nederlandse gezondheidszorg. Efficiënte inrichting van de zorg, waarbij dermatologen en huisartsen samenwerken, is hard nodig.

Regelmatig behandeling

De meeste diagnoses huidkanker zijn basaalcelcarcinoom, dat bijna nooit uitzaait. Namelijk 48.000 nieuwe diagnoses per jaar. Het plaveiselcarcinoom wordt daarna het meest vastgesteld, met meer dan 12.000 nieuwe patiënten per jaar. De kans om aan deze soorten huidkanker te overlijden is klein. Wel komen deze kankersoorten regelmatig terug waardoor herhaalde behandeling nodig is.

Melanoom eerder gediagnosticeerd

Het aantal patiënten met melanoom, de gevaarlijkste vorm van huidkanker, blijft in absolute aantallen stijgen. Maar als we dit getal corrigeren met de bevolkingsgroei en met de toename van de vergrijzing groeit het jaarlijks aantal diagnoses sinds 2016 niet meer. De diagnose lijkt ook steeds tijdiger te worden gesteld, wat belangrijk is voor de kans op genezing.

Kansen patiënten

De overleving 10 jaar na een diagnose melanoom is tussen 1991 en 2010 gestegen van 78% naar 86% van de patiënten. De afgelopen jaren zijn innovatieve middelen, zoals doelgerichte therapie en immunotherapie, steeds vaker ingezet om de kansen van deze patiënten te verbeteren. Met gegevens uit de kankerregistratie zal gemonitord worden of hiervoor tijdige verwijzing naar gespecialiseerde melanoomcentra plaatsvindt en of er geen (regionale) verschillen in toegang tot deze dure middelen ontstaan.

Zon en zonnebank

Om de stijging van huidkanker af te remmen is effectieve preventie nodig. Minder blootstelling aan de zon en zonnebank en zorgvuldig gebruik van zonnebrandcrème kunnen de stijging van huidkanker stoppen.

Samen vooruit

Om de gevolgen van huidkanker in Nederland te verminderen is een nationaal plan van aanpak nodig, dat verschillende vormen van preventie omvat. IKNL organiseert komend voorjaar een invitational conference als opmaat naar dit meeromvattende nationale plan van aanpak.

Bron: Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL)

In 2018 bijna 1,5 miljoen mensen met artrose

0

In 2018 waren er naar schatting 1.467.200 mensen bij wie de huisarts de diagnose artrose (gewrichtsslijtage) heeft gesteld: 513.900 mannen en 953.300 vrouwen (jaarprevalentie). De meeste mensen zijn gediagnosticeerd met knieartrose (693.400), zo meldt FysioForum.

Naar schatting kregen 49.500 mensen in 2018 de diagnose knieartrose van de huisarts: 18.200 mannen en 31.300 vrouwen. Knieartrose is daarmee de meest voorkomende artrose. In hetzelfde jaar werd de diagnose van artrose aan overige ledematen (overige perifere artrose) 47.700 keer gesteld. Bij vrouwen (32.700) ruim twee keer zo vaak als bij mannen (15.000). De diagnose heupartrose werd in totaal 31.100 keer gesteld.

Vaker bij vrouwen

In 2018 waren er naar schatting 1.467.200 mensen bij wie de huisarts de diagnose artrose (gewrichtsslijtage) heeft gesteld: 513.900 mannen en 953.300 vrouwen (jaarprevalentie). Dat komt overeen met 60,1 artrosepatiënten per 1.000 mannen en 109,9 per 1.000 vrouwen. Vrouwen hebben vaker artrose dan mannen. Mensen met meerdere vormen van artrose zijn in dit totaalcijfer maar één keer meegenomen. De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2018 bekend waren bij de huisarts voor artrose. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2018 contact te hebben gehad met de huisarts voor artrose.

Bron: FysioForum

De meest voorkomende behandelingen bij een hallux valgus

0

Jaarlijks worden in Nederland zo’n 4.000 patiënten geopereerd aan een hallux valgus. Als een patiënt klachten ervaart, kan afhankelijk van de ernst van deze klachten, een conservatieve of een operatieve behandeling worden gestart. Een kort overzicht.

Een hallux valgus is een scheefstand waarbij de grote teen (hallux) naar lateraal wijst (valgusstand) en het eerste middenvoetsbeentje (1e metatarsaal) naar mediaal. Daardoor kan er aan de mediale zijde een knok (bunion) ontstaan. Of iemand pijnklachten ervaart, hangt af van de persoon en de mate van of ernst van de scheefstand (zie kader ‘Mate van ernst’). Naarmate de scheefstand erger is en/of de bunion groter is, wordt het voor de patiënt lastiger om schoenen te vinden die geen drukplekken geven. Ook kan pijn ontstaan op de plaats waar de grote teen tegen de 2e teen drukt. Deze 2e teen kan zich na verloop van tijd ontwikkelen tot een hamerteen. Aangezien de grote teen belangrijk is voor de afwikkeling van de voet, kan deze scheefstand het functioneren van de voet beperken en kunnen er zelfs pijnklachten in de hele voorvoet ontstaan.

Oorzaken

Wat de exacte oorzaak is voor een hallux valgus is niet bekend. Wel is bekend dat erfelijkheid, slecht passend schoeisel, overmatige pronatie in de subtalaire en/of midtarsale gewrichten, hypermobiliteit in het 1e tarsometatarsale gewricht (TMT1), artrose in het MTP1-gewricht en neurologische of reumatische aandoeningen een rol kunnen spelen.


Mate van ernst
Niet iedere hallux valgus is hetzelfde. De Richtlijn Hallux valgus hanteert de volgende indeling:
  • Een milde hallux valgus wordt gedefinieerd door een intermetatarsale hoek (IMA) van minder dan 13° en een hallux-valgushoek (HVA) van minder dan 19°;
  • Een matige hallux valgus wordt gedefinieerd door een IMA van 14° tot 20° en een HVA van 20° tot 40°;
  • Een ernstige hallux valgus wordt gedefinieerd door een IMA van > 20° en een HVA van > 40° (Robinson, 2005).

Behandelingen

-Conservatief
Behandelingen worden onderverdeeld in conservatieve en operatieve behandelingen. De Richtlijn Hallux valgus schrijft voor dat altijd eerst gekeken moet worden naar mogelijke conservatieve behandelingen. Conservatieve opties zijn onder meer: fysiotherapie om de voetspieren te versterken, manuele therapie om de bewegelijkheid in de gewrichten te bevorderen, schoenaanpassingen, of voetorthesen en spalken. Pas als dat niet meer tot de mogelijkheden behoort, wordt overgestapt naar operatieve behandelingen.

-Operatief
Welk type operatie wordt uitgevoerd is afhankelijk van veel factoren, onder meer de mate van de hallux valgus (mild, matig of ernstig) en de stand van de middenvoetsbeentjes (metatarsalen). In totaal zijn er zo’n 120 verschillende soorten operaties mogelijk. Op hoofdlijnen worden deze onderverdeeld in distale correcties, zoals de Chevron, Scarf of Akin en in proximale correcties. Ook arthrodeses behoren tot de mogelijkheden, dan wordt het MTP-gewricht of TMT-gewricht (de Lapidus-procedure) met schroeven vastgezet. Dit wordt vaak gedaan bij artrose. De meest voorkomende operaties zijn:

1. Basis osteotomie
Bij deze operatie wordt het eerste middenvoetsbeentje doorgezaagd aan de basis en van stand veranderd. Dit wordt vastgezet met een plaatje en schroefjes. Ook wordt het kapsel van het grote teengewricht gecorrigeerd en de knok verwijderd.

2. Chevron osteotomie
De Chevron osteotomie wordt uitgevoerd bij een milde tot matige hallux valgus. Ter hoogte van de hals van het kopje van de 1e metatarsaal (middenvoetsbeentje) wordt het bot in een V-vorm doorgezaagd. Vervolgens wordt het kopje richting de tweede teen opgeschoven en vastgezet met een compressieschroef. Hierdoor wordt de voorvoet gemiddeld 5 tot 8 mm smaller.

Hallux valgus voorafgaand aan Chevron en Akin operatie.
Hallux valgus voorafgaand aan Chevron en Akin operatie.

Een hallux valgus na een Chevron operatie met een Akin.
Een hallux valgus na een Chevron operatie met een Akin.

3. Lapidus
Bij een Lapidus correctie wordt het gewricht tussen de voetwortel en de middenvoet (TMT1) vastgezet op zo’n manier dat het eerste middenvoetsbeentje meer naar buiten komt te staan en de bunion verdwijnt. De voorvoet wordt smaller. Het middenvoetsgewricht wordt vastgezet met 2 schroeven of een plaatje die niet verwijderd hoeven te worden. Ook wordt de teen rechtgezet. Het gewrichtskapsel dat om het gewricht heen zit, wordt ingekort. Deze correctie wordt vaak overwogen bij een knikplatvoet, TMT1-artrose of instabiliteit van het TMT1-gewricht. Ook is deze techniek geschikt om de ernstige hallux valgus te corrigeren.

4. Akin osteotomie
Een Akin osteotomie is een ingreep die als aanvulling kan worden gedaan bij een Scarf of Chevron osteotomie. Meestal wordt tijdens de operatie bepaald of deze extra ingreep nodig is. Soms rest er nog enige scheefstand na de correctie van het eerste middenvoetsbeentje. Dit kan met een extra snede in het basiskootje (de proximale falanx) van de grote teen gecorrigeerd worden. Ook wordt de Akin gebruikt voor correctie van een halux valgus interfalangeus. Bij deze afwijking zit de scheefstand met name tussen het eerste en tweede kootje van de grote teen. Het bot wordt met een krammetje of een schroefje vastgezet.

Hallux valgus voorafgaand aan een Lapidus operatie met een Akin.
Hallux valgus voorafgaand aan een Lapidus operatie met een Akin.

Een hallux valgus na een Lapidus operatie met een Akin.
Een hallux valgus na een Lapidus operatie met een Akin.

5. Scarf-osteotomie
Bij een matige tot ernstige hallux valgus wordt een scarf- osteotomie uitgevoerd. Hierbij wordt een Z-vormige zaagsnede gemaakt halverwege de 1e metatarsaal. Nadat het middenvoetsbeentje in de goede positie is gebracht wordt deze vastgezet met twee schroeven.

6. Artrodese
Als er bij een ernstige hallux valgus ook sprake is van ernstige slijtage van het MTP1-gewricht kan er voor gekozen worden om het gewricht vast te zetten. Een nadeel van deze operatie is dat de grote teen niet meer kan bewegen in het gewricht met het eerste middenvoetsbeentje.

Hallux valgus na MTP1 arthordese.
Hallux valgus na MTP1 artrodese.

Minimaal invasief opereren

De Richtlijn Hallux valgus benadrukt dat de effectiviteit en veiligheid van minimaal invasieve chirurgie niet in alle gevallen bewezen effectief is. Daarom vergoeden zorgverzekeraars bepaalde vormen van minimaal invasieve chirurgie bij hallux valgus niet. Bij een minimaal invasieve operatie worden slechts 2 of 3 prikgaatjes gemaakt.

Bij minimaal invasief werkt de chirurg onderhuids en freest het bot weg. Voordeel van een minimaal invasieve ingreep is dat het herstel sneller verloopt en de patiënt minder pijn heeft. De techniek kan echter alleen worden toegepast bij een milde of matige vorm van hallux valgus. Bovendien mag de techniek in Nederland alleen nog toegepast worden voor onderzoek.

Een hallux valgus voor de minimaal invasieve ingreep.
Een hallux valgus voor de minimaal invasieve ingreep.

Een hallux valgus na een minimaal invasieve operatie.
Een hallux valgus na een minimaal invasieve operatie.

Bronnen:
Richtlijn Hallux valgus, NOV, 2015
Zaans Medisch Centrum

Dit artikel is in 2015 als webartikel op de Podopost website gepubliceerd.

Ondernemers vaak doelwit van helers van gestolen goederen

0

Zowel kleine als grote ondernemers zijn regelmatig het doelwit van helers, bijvoorbeeld doordat zij zonder dat te weten gestolen producten krijgen aangeboden. Ook worden zij slachtoffer van bedrijfsinbraken of overvallen waarbij hun bedrijfseigendommen worden gestolen. In 80% van de gevallen wordt de gestolen buit geheeld (doorverkocht).

Om te voorkomen dat ondernemers slachtoffer worden van heling (gestolen spullen kopen) of dat de eigen bedrijfsgoederen geheeld worden, heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid de Stop Heling-app gelanceerd (zie ook www.stopheling.nl). Ondernemers kunnen hierin de serienummers van hun eigen (kostbare) bedrijfseigendommen registreren zodat ze makkelijker terug te vinden zijn na diefstal en heling. Ook kunnen ondernemers bij aankoop van (kostbare) producten in de app controleren of de spullen ergens anders zijn gestolen door het serienummer in te toetsen. Op deze manier voorkomen zij dat ze bewust of onbewust te maken hebben met heling: het kopen, bezitten of verkopen van gestolen goederen. Heling is namelijk strafbaar.

Gestolen spullen

In de database van Stop Heling staan inmiddels ruim 1,4 miljoen gestolen producten geregistreerd. Producten die onder andere vaak worden gestolen, zijn telefoons, laptops en pc’s.

Bron: ZZP Nederland
Abonneren