Home Blog Pagina 95

Google Analytics: installatie en dashboard

In Podopost nr. 2, 2018 vind je een artikel over het gebruik van Google Analytics. In dat artikel wordt ingegaan op vragen als: waar bevinden mijn klanten zich, hoe oud zijn ze, waar komen ze vandaan en van welke online kanalen maken zij gebruik? Voor jou als ondernemende pedicure zijn dit relevante vragen, waarmee je gerichter klanten kunt werven en inzicht kunt krijgen in wat je klanten bezighoudt.

Installeren Google Analytics
Heb je nog geen Google Analytics?
In 7 stappen wordt duidelijk uitgelegd hoe je gebruik kunt maken van Google Analytics.

Special Dashboard
Speciaal voor onze lezers hebben we alle behandelde statistieken gebundeld en een aangepast dashboard gemaakt dat je voor je eigen website hier kunt downloaden

 

 

De neutropene fase bij oncologische patiënten: wat is dat?

Bij patiënten die chemotherapie krijgen toegediend als behandeling tegen kanker vermindert de weerstand, waardoor ze een verhoogd risico op infecties hebben.  Als de weerstand sterk verlaagd is en de afweercellen in het lichaam onder een bepaalde grens komen, dan is er sprake van een neutropene fase, ofwel een dip. Deze fase treedt ongeveer 1 week na de chemotherapie op en duurt gemiddeld 2 à 3 weken.

Rem op snel delende lichaamscellen

Chemotherapie (cytostatica) heeft invloed op alle snel delende lichaamscellen: zowel op de gezonde cellen als op kankercellen. Het remt tijdelijk de aanmaak van bloedcellen. In het bloed ontstaat daardoor een tekort aan:

  • rode bloedcellen (erytrocyten)
  • bloedplaatjes (trombocyten)
  • witte bloedcellen (leukocyten)

Witte bloedlichaampjes, ofwel leukocyten, spelen een  belangrijk rol in het menselijk afweersysteem.  Ze beschermen het lichaam tegen bacteriën, schimmels en virussen. Daarnaast spelen ze een rol in allergische reacties. Er zijn verschillende soorten witte bloedlichaampjes elk met een eigen focus. Een van die soorten, neutrofiele granulocyten, gaan als eerste cellen een bacteriële infectie of een ontstekingsreactie tegen.

Neutropenie
Als het aantal neutrofiele granulocyten onder een bepaalde grens is gezakt (< 0.5 x 109 /l) spreken we van een ‘neutropenie of wel dip-periode’. In deze periode is het meestal vereist om klinisch opgenomen te blijven. Afhankelijk van de persoon en van de behandeling duurt het gemiddeld 2 a 3 weken – en soms langer – voordat de aanmaak van deze afweercellen weer hersteld is. Bij een tekort aan deze cellen, kunnen er snel infecties optreden. Dit gaat vaak gepaard met koorts en soms ook (koude) rillingen.

Bacteriën, schimmels en virussen
Het is van groot belang om tijdens de neutropene fase infecties te voorkomen. Daarom krijgen patiënten in deze fase onder meer  het advies om drukke bijeenkomsten, volle liften en mensen met een mogelijke infectie (koortslip, diarree, verkoudheid, steenpuist) te vermijden.

Ze dienen uit de buurt te blijven van bloemen en planten, omdat door stilstaand water bacteriën overgedragen kunnen worden.
Door de chemo kan het slijmvlies van mond en keel beschadigd raken, waardoor deze een voedingsbodem voor bacteriën en schimmels vormen. Een goede mondverzorging is dan ook van belang. Patiënten moeten meer dan normaal zorgen voor een goede lichamelijke hygiëne en daarbij de huid na wassen goed afdrogen en met badolie soepel houden.
Omdat via voeding ook bacteriën, schimmels en virussen het lichaam kunnen binnenkomen, krijgen patiënten specifieke voedingsrichtlijnen. Middels het toedienen van PPD medicatie (Partiële Darm Decontaminatie) worden bacteriën die al van nature in het maagdarmkanaal aanwezig zijn vernietigd. Deze bacteriën zijn normaal onschuldig, maar bij patiënten in de neutropene fase kunnen ze een infectie veroorzaken.

Pedicurebezoek
Naar aanleiding van bovenstaande informatie zal duidelijk zijn dat een pedicurebehandeling tijdens de neutropene fase niet is aan te raden. Overleg met het oncologisch behandelteam wanneer de patiënt wel behandeld kan worden.

Bronnen:

Voorlichtingsfolder Neutropene fase van het Catharina Ziekenhuis
https://www.menselijklichaam.nl/bloed-afweersysteem/witte-bloedlichaampjes-leukocyten/

Van stress naar burn-out

0

Een drukke praktijk combineren, met gezinsleven, sociale contacten, het leveren van mantelzorg. Het kan de nodige stress opleveren en als je niet op jezelf let ook tot een burn-out leiden. Maar je raakt niet van de een op de andere dag in een burn-out. Er gaan vaak jarenlang allerlei signalen aan vooraf, waarin zich steeds meer spanningsklachten opbouwen. Hoe ontstaat een burn-out en welke klachten kunnen zich voordoen?

Stress

Wanneer we in een spannende situatie terechtkomen die alertheid en scherpzinnigheid van ons verlangt, kunnen we ons gespannen en opgejaagd voelen. Met andere woorden we ervaren stress. Denk bijvoorbeeld aan situaties zoals het doen van een examen, in tijdnood verkeren,  in een noodsituatie terechtkomen. Stress is een natuurlijk verschijnsel. In zo’n situatie bereid het lichaam zich voor op een vecht- of vluchtmodus en zet een aantal fysiologische verschijnselen in gang:  de polsslag versnelt, de ademhaling wordt sneller en de spieren spannen aan. Dit alles om ervoor te zorgen dat we alert kunnen reageren. Meestal is dit van korte duur. Zodra de ‘druk van de ketel’ is, vertraagt het lichaam  de polsslag en ademhaling weer en ontspannen de spieren. Door rust en voldoende slaap, kan het lichaam makkelijk van deze inspanning herstellen.

Overspannen

Wanneer het lichaam echter voortdurend onder stress staat, ontspant het lichaam zich niet meer met normale rust en voldoende slaap. Het lichaam raakt uit balans. Er ontstaan zowel fysieke als psychische spanningsklachten (zie kaders). Als deze zo lang aanhouden dat je niet meer goed kunt functioneren is er sprake van overspannenheid. Herstellen vergt meer veel rust dan bij stress, omdat je als het ware je noodaggregaat moet aanspreken voor reserve energie. Om die energie aan te vullen zul je naast rust ook tijd moeten vrijmaken voor leuke activiteiten die je weer energie geven. De herstelperiode neemt meerdere weken in beslag.

Burn-out

Wanneer de spanningsklachten jarenlang aanhouden raak je geestelijk en fysiek uitgeput. Je noodaggregaat functioneert niet meer, waardoor je lichaam volledig uit balans is en geen reserves meer heeft om te herstellen. Gevolg is dat de klachten erger worden en je in een vicieuze cirkel terechtkomt. Simpele activiteiten, zoals boodschappen doen, een tijdschrift lezen, een klein stukje fietsen worden dan een te grote opgave.  Het herstellen van een burn-out kan enkele maanden tot soms wel een jaar duren, waarbij professionele hulp nodig is.

Gedragskenmerken

Mensen die een risico op een burn-out lopen zijn mensen die zich naast de eerder genoemde klachten ook herkennen in de volgende gedragingen:

  • Slecht gevoelens kunnen uiten
  • Moeilijk hulp kunnen vragen
  • Negatief zijn over eigen prestaties
  • Perfectionistisch
  • Sterke betrokkenheid bij werk
  • Ambitieus en veeleisend naar jezelf
  • Moeilijk grenzen aan kunnen geven

Bronnen:
gezondheidskrant.nl/waarom-duurt-burnout-zo-lang/
Simmerblau.nl//pagina/burn-out-coaching

Onderliggend mechanisme ontdekt van glucose geïndiceerde neuropathie

0

Een enzym waarvan eerder is vastgesteld  dat het een rol speelt in perifere neuropathie, veroorzaakt door chemotherapie bij kanker,  blijkt  ook een rol te spelen in perifere neuropathie veroorzaakt door diabetes. Dat blijkt uit onderzoek van MDI Biological Laboratory, een Amerikaans biomedisch onderzoeksinstituut.

Sandra Rieger, wetenschapper bij MDI Biological Laboratory, deed eerder onderzoek naar perifere neuropathie die veroorzaakt wordt door blootstelling aan Taxol, of paclitaxel, een veel gebruikt middel in chemotherapie tegen kanker. In dat onderzoek identificeerde ze twee verbindingen die perifere neuropathie voorkomen en omkeren.

Nieuw onderzoek

De recente studie, gepubliceerd in het Journal of Diabetes and its Complications, testte de effectiviteit van een van deze verbindingen bij het voorkomen van glucose-geïnduceerde perifere neuropathie. De studie toonde aan dat de verbinding effectief is in de zebravis* en in muizen, die net als mensen zoogdieren zijn. “Het feit dat deze verbinding in twee van dergelijke ongelijksoortige soorten werkt, maakt het waarschijnlijker dat het ook bij mensen zal werken,” merkte Rieger op.

Enzym MMP-13

In haar eerdere onderzoek naar door chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie, koppelde Rieger de ontwikkeling van perifere neuropathie in de staartvin van de zebravis*, die overeenkomt met een menselijke extremiteit, aan een toename van het enzym MMP-13 (matrix metalloproteinase-13). Dit  enzym breekt collageen af, de ‘lijm’ die huidcellen aan elkaar bindt.

Rieger gelooft dat deze afbraak leidt tot degeneratie van de lange, draadachtige zintuiglijke zenuwuiteinden die de huid innerveren. De degeneratie van deze zenuwuiteinden, die sensorische informatie zoals temperatuur, pijn en mechanische stimulatie naar het centrale zenuwstelsel overbrengen, is verantwoordelijk voor de symptomen van perifere neuropathie.

Reactieve zuurstofsoorten

In de recente studie van glucose-geïnduceerde perifere neuropathie, vond Rieger dat dezelfde route betrokken is. Ze ontdekte ook dat reactieve zuurstofsoorten (ROS), die weefselbeschadiging kunnen veroorzaken, een rol spelen in het proces. De vorming van ROS (ook bekend als oxidatieve stress) is een kenmerk van diabetes.

Belang van het onderzoek

Rieger ontdekte dat ROS de oorzaak is van de verhoogde MMP-13-activiteit en dat verhoogde MMP-13-activering en zenuwbeschadiging kunnen worden voorkomen door de farmacologische remming van ROS met een antioxidant-verbinding.

“Deze bevinding betekent dat de kandidaat-geneesmiddelen die we hebben geïdentificeerd voor de behandeling van door chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie mogelijk ook kunnen worden gebruikt voor de behandeling van perifere neuropathie die ook door diabetes wordt veroorzaakt,” aldus Rieger.

*De larven van zebravissen zijn transparant, waardoor wetenschappers makkelijk kunnen observeren of zenuwen degeneren.

Soms moet er eerst iets gebeuren

0

Cliënt Korteweg (78) heeft diabetes mellitus type 2 met sims-classificatie 0. Een goede en frequente voetverzorging door een medisch pedicure is gezien zijn voetproblemen bepaald geen overbodige luxe. Ondanks de inspanningen van medisch pedicure Igna Breedeveld om hem daartoe te motiveren, ziet cliënt de noodzaak hier absoluut niet van in. Ook zijn zelfmanagement laat te wensen over. Tot het bijna mis gaat…

Soms moet er eerst iets gebeuren Podopost oktober 2017:30 (PDF)

Nieuwe richtlijn diabetische voet

0

ProVoet publiceert binnenkort de herziene richtlijn Diabetische Voet voor pedicures. Medisch pedicure Evelien Wesselink is nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van de richtlijn van ProVoet. Ze vertelt hoe het proces is verlopen en wat er gewijzigd is. Punten van discussie waren onder andere het op peil houden van de vaardigheden en het gebruik van hydraterende crème.

Nieuwe richtlijn diabetische voet Podopost oktober 2017:30 (PDF)

Meeste zorgaanbieders goed op weg met implementatie Wkkgz

0

De meeste zorgaanbieders zijn goed op weg met de implementatie van de Wkkgz als het gaat om aansluiting bij een klachtenfunctionaris of een geschilleninstantie. Dat blijkt uit de ‘Monitor Wet kwaliteit klachten geschillen zorg (Wkkgz)’, uitgevoerd door onderzoeksinstituut NIVEL. Wel lijken klachten in de zorg soms op de verkeerde plek terecht te komen en daardoor niet goed te worden afgehandeld. Ook kan er meer geleerd worden van klachten.

Leren van klachten

De meeste mensen die een klacht indienen doen dit om te zorgen dat het gesignaleerde probleem niet meer voorkomt. Op die manier kunnen klachten gezien worden als een ‘gratis advies’ aan een zorgaanbieder. Klachtenfunctionarissen zouden de adviezen uit klachten binnen de organisatie meer kunnen bespreken. Uit deze monitor blijkt dat dat nog weinig gebeurt.

Monitor Wkkgz

De nieuwe wet Wkkgz die per 1 januari 2017 volledig in werking is getreden richt zich, onder meer, op een betere en snellere aanpak van klachten. Deze wet geldt naast voor zorginstellingen ook voor aanbieders van cosmetische en alternatieve zorg en solistisch werkende zorgaanbieders.

Bron: Nivel

Eczeembehandeling kan astma verlichten

0

Kinderen met atopische dermatitis, een specifieke vorm van eczeem, hebben een grotere kans om later ook astma te ontwikkelen. Uit onderzoek van VIB-UGent Center for Inflammation Research blijkt dat het combineren van twee ontstekingsremmers niet alleen eczeem tegengaat, maar ook de ernst van de astma vermindert, in ieder geval bij muizen.

Voor het onderzoek maakten ze gebruik van huisstofmijt: blootstelling aan deze mijt kan bij allergische personen ontstekingen van zowel de huid als de longen veroorzaken. Uit de eerste tests bleek dat, zoals verwacht, het door huisstofmijt veroorzaakte eczeem leidt tot een allergische reactie in de longen.

Om te onderzoeken of het verlichten van eczeem de ontwikkeling van astma kan verhinderen combineerde het onderzoeksteam twee ontstekingsremmers in één behandeling voor de muizen. De therapie verlichtte de ernst van het eczeem en slaagde er tegelijk in om de allergische reactie in de longen te temperen. Hoewel de behandeling onvoldoende bleek om de ontwikkeling van astma volledig tegen te gaan is toch een belangrijke stap gezet om de atopische mars (gecombineerd optreden van allergische verschijnselen) te reduceren.

De volgende stap voor de onderzoekers is de sprong van muis naar mens te maken. Tegelijk blijven ze verder speuren naar de precieze werking van de atopische mars.

Bron: Ugent.

Als patiënt verbeeldingsoefening gebruikt wordt verwachte pijn minder

0

Als je je voor een pijnlijke behandeling inbeeldt dat iets geen pijn zal doen, kun je daadwerkelijk minder pijn voelen. Op deze vorm van het placebo-effect is gezondheidspsychologie Kaya Peerdeman gepromoveerd aan de Universiteit Leiden.

 

Uitgangspunt voor het onderzoek was het placebo-effect: een placebo is een geneesmiddel of behandeling die in vorm gelijk is aan het te onderzoeken geneesmiddel of de te onderzoeken behandeling. Bij het placebo-effect draait het om verwachtingen. Als de patiënt verwacht dat het middel of de behandeling werkt, ervaart hij of zij een positief effect, zowel bij een placebo als bij een ‘echt’ middel. Uit eerder onderzoek bleek al dat verbeeldingsoefeningen voor pijnvermindering kunnen zorgen, doordat ze ontspanning of afleiding geven. Peerdeman onderzocht of het inbeelden van pijnvermindering, nog vóórdat die pijn er is, de daadwerkelijke pijn kan verminderen.

Om dat te onderzoeken moesten proefpersonen hun hand onderdompelen in water dat zo koud was dat het pijn deed. Daarna moesten de proefpersonen zich voorstellen dat het minder pijnlijk zou zijn doordat ze een warme, waterdichte handschoen aantrokken. Peerdeman: “We ontdekten dat de proefpersonen na deze verbeeldingsoefening minder pijn verwachtten en daardoor ook daadwerkelijk minder pijn ervoeren als ze hun hand in het koude water staken.”

Het effect van verbeelding wordt mogelijk versterkt door wat iemand tegen je zegt, zo bleek uit een meta-analyse die Peerdeman uitvoerde over verschillende technieken waarmee verwachtingen beïnvloed kunnen worden. De patiënt kan bijvoorbeeld een verbeeldingsoefening doen voorafgaand aan een pijnlijke behandeling, zoals een operatie. “De verbeelding heeft effect op de verwachtingen van de patiënt, en door die verwachting kan de hoeveelheid pijn die hij ervaart verminderen,” aldus Peerdeman.

Bron: Universiteit Leiden

Bacteriën in melk en rundvlees kunnen reumatoïde artritis stimuleren

0

De bacterie Mycobacterium avium paratuberculosis, die regelmatig voorkomt in melk en rundvlees, wordt gelinkt aan het ontstaan van reumatoïde artritis. Bij mensen die een genetisch risico lopen op reumatoïde artritis kan de bacterie als een trigger werken, zo blijkt uit Amerikaans onderzoek.

 

De bacterie, ook wel MAP-bacterie genoemd, was al gelinkt aan de ziekte van Crohn, dat evenals reuma een ontstekingsziekte is. Vanwege de gelijkenis tussen de ziekte van Crohn en reumatoïde artritis (RA) besloten de onderzoekers te onderzoeken of er een relatie is tussen de bacterie en RA. 78 procent van de onderzochte patiënten met reumatoïde artritis bleek een genetische afwijking te hebben aan het PTPN2/22 gen, precies dezelfde afwijking als bij de ziekte van Crohn. Ook bleek 40 procent van de patiënten besmet te zijn met de MAP-bacterie.

Volgens onderzoeker Saleh Naser is daarmee een verband aangetoond tussen de aangeboren genetische afwijking, blootstelling aan de MAP-bacterie en het ontstaan van reumatoïde RA.

Maar er is nog een lange weg te gaan. Zo zijn de onderzoekers van mening dat er verder onderzoek nodig is om te achterhalen waardoor deze bacterie zo veel voorkomt bij de patiënten: is de bacterie aanwezig omdat ze RA hebben, of veroorzaakt de bacterie RA?

Ook in Nederland komt de MAP-bacterie vaak voor bij runderen. Runderen kunnen daardoor paratuberculose krijgen, een ziekte die sterk lijkt op de ziekte van Crohn. Omdat niet alle dieren ziekteverschijnselen vertonen is het mogelijk dat de bacterie via melk, rundvlees of bemesting ook mensen kan besmetten.

Bron: University of Central Florida

Abonneren