Home Blog Pagina 86

Gezichts- en stemherkenningssoftware kan dementie herkennen

0

Het herkennen van dementie in een vroeg stadium is lastig. Deskundigen gebruiken vaak vragenlijsten en hun eigen expertise om kleine tekenen van dementie te herkennen. Onderzoekers van de Osaka University and Nara Institute of Science and Technology (Japan) hebben nu gezichts- en stemherkenningssoftware ontwikkeld die ook dementie kan herkennen.

De stemherkenningssoftware gebruikt ook vragenlijsten en analyseert onder meer de intonatie, spraaksnelheid, toon, gebruik van werkwoorden en zelfstandige naamwoorden. De gezichtsherkenningssoftware ‘kijkt’ tegelijkertijd naar het gezicht en vergelijkt de uitkomsten met de stemanalyse.

Om de computers te ijken is gebruik gemaakt van mensen die al gediagnosticeerd waren met dementie. In een test met 24 proefpersonen (12 gezonde en 12 met dementie) haalde het zelflerende systeem een nauwkeurigheid van 90 procent met slechts 6 vragen van elk 2 tot 3 minuten.

Bron: Osaka University

Sensor geeft aan wanneer schoen versleten is

0

Technologiebedrijf Apple heeft een systeem ontwikkeld waarmee de schoen zelf aangeeft wanneer hij versleten is. Een ingebouwde sensor geeft een signaal door aan een processor, die bijhoudt wat de drager van de schoen doet. Als de schoen versleten is krijgt de eigenaar een seintje.

Hoewel een schoen er op het oog nog goed uit kan zien, betekent dat niet dat de schoen ook nog goed ís. Als de schoen niet meer voldoende steun biedt kan lopen oncomfortabel worden of zelfs tot blessures leiden. Apple heeft eerder patent aangevraagd op dit systeem. Het is nog niet duidelijk of ze het systeem verder gaan ontwikkelen. Wel heeft het technologiebedrijf het patent onlangs verlengd. het is niet de eerste keer dat Apple met schoenen werkt. Een paar jaar geleden werkte het bedrijf samen met sportschoenenfabrikant Nike aan een sensor die gegevens door kan geven aan een iPod.

Bron: Ubergizmo en Apple World Today

Alzheimerpatiënten met meer hersenvolume functioneren langer normaal

0

Mensen met grotere hersenen hebben bij de ziekte van Alzheimer vaak minder geheugenproblemen dan gemiddeld. Anita van Loenhoud van het Amsterdam UMC Alzheimercentrum bekeek met collega’s meerdere onderzoeken over dit fenomeen en concludeert dat het meten van het intracranieel vermogen (‘breinreserve’) een geschikte en zinvolle manier is om de individuele verschillen in vergeetachtigheid bij de ziekte van Alzheimer te verklaren.

Bij mensen met Alzheimer bestaan grote verschillen in de ernst van hun klachten. De ene persoon is veel vergeetachtiger dan de ander, terwijl hun MRI-scan een vergelijkbare hersenschade laat zien. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat dit fenomeen mogelijk te maken heeft met een natuurlijke variatie in hersenvolume: iemand die vóór het ontstaan van de ziekte een groter brein heeft, kan tijdens de ziekte langer normaal blijven functioneren dan iemand met kleinere omvang van de hersenen.

Over het begrip ‘breinreserve’ bestaat nogal wat discussie. Wat is het precies? En kan die breinreserve op latere leeftijd nog groeien? Sommige onderzoekers beschouwen de breinreserve als statisch: je brein groeit tot een bepaalde leeftijd en daarna niet meer. Andere onderzoekers zijn ervan overtuigd dat hersenstructuren later in het leven nog kunnen groeien. De vraag die Van Loenhoud wilde beantwoorden is of je, ondanks deze discussie, toch iets hebt aan het berekenen van het intracranieel volume.

Na het lezen en vergelijken van meerdere wetenschappelijke onderzoeken over het intracranieel volume bij Alzheimerpatiënten en de ernst van geheugenproblemen is het antwoord daarop ‘ja’. Het meten van het intracranieel vermogen is een geschikte methode om de individuele verschillen in vergeetachtigheid bij de ziekte van Alzheimer te verklaren.

Bron: Amsterdam UMC Alzheimer Centrum

Negatieve gedachten patiënt én partner verergeren vermoeidheid bij kanker

0

Vermoeidheid is één van de meest voorkomende klachten bij kankerpatiënten. Veel patiënten blijven, ook lang na afronding van de behandeling, kampen met vermoeidheid. Uit promotieonderzoek van Fabiola Müller bij het Universitair Medisch Centrum Groningen blijkt dat negatieve gedachten van zowel de patiënt als de partner die vermoeidheid verergeren.

Müller onderzocht welke dagelijkse gedachten en gedragingen van zowel patiënten als hun partners invloed hebben op de vermoeidheid van de patiënt en op de relatie. Hiervoor liet zij 101 patiënten met darmkanker en hun partners dagelijks korte vragenlijsten invullen over hoe zij met vermoeidheid omgaan.

Uit haar onderzoek blijkt dat negatieve gedachten (‘Ik kan de vermoeidheid niet langer verdragen’) van zowel de patiënt als de partner de vermoeidheid verergeren. Negatieve gedachten van de partner leidden tot meer negatieve gesprekken over vermoeidheid, die vervolgens leidden tot meer vermoeidheid van de patiënt. Ook de manier waarop partners reageren op het gedrag van de patiënten blijkt van invloed te zijn op de vermoeidheidklachten van de patiënt, maar ook op diens relatietevredenheid. Wanneer de partner de patiënt aanraadt rust te nemen, leidde dit weliswaar tot meer relatietevredenheid van de patiënten, maar ook tot meer vermoeidheidsklachten. Het stimuleren van activiteiten door de partner had een positieve invloed op zowel de vermoeidheidsklachten als de relatie.

Volgens Müller is het van belang om vermoeidheid te zien als een symptoom waarmee beide partners samen te maken hebben. Ook is het belangrijk aandacht te besteden aan de kwaliteit van de relatie. “Behandelingen die vermoeidheid na kanker proberen te verminderen zouden zich moeten richten op zowel de patiënt als de partner en de manier waarop zij samen met vermoeidheid in het dagelijks leven omgaan”, zegt zij. “Een dergelijke behandeling kan paren steunen om op een positieve manier te denken, te praten en om te gaan met vermoeidheid in het dagelijks leven, waardoor de vermoeidheid kan afnemen en de relatie wordt versterkt.”

Bron: Universitair Medisch Centrum Groningen

‘Slim’ rolstoelkussen voorkomt ontstekingen door te lang zitten

0

Onderzoekers van de University of Texas hebben een ‘slim’ rolstoelkussen ontwikkeld en gepatenteerd dat luchtdruk gebruikt om het lichaamsgewicht beter te verdelen. Hierdoor worden wonden en ontstekingen door ‘doorzitten’ voorkomen.

Het kussen bestaat uit verschillende compartimenten die onafhankelijk van elkaar kunnen worden opgeblazen of juist leeggepompt. Een netwerk van druksensoren meet ‘real time’ de gewichtsverdeling en identificeert kwetsbare plekken zoals bijvoorbeeld het stuitje. Het kussen past zich aan aan het gemeten profiel. Daarnaast verandert het kussen regelmatig het drukprofiel om doorzitten te voorkomen.

De technologie kan ook gebruikt worden om protheses comfortabeler en beter te laten passen. Gedurende de dag kan het volume van een arm of been enigszins veranderen, waardoor de prothese kan gaan knellen of juist los gaat zitten. De kussens passen zich aan het veranderde volume aan.
Soms krijgen rolstoelgebruikers wonden aan hun voeten doordat die te lang in dezelfde houding op de voetbeugels rusten of tikken. Voor zover bekend is voor de voeten nog niets ontwikkeld.

Bron: University of Texas

Grote wonden genezen met opnieuw geprogrammeerde cellen

0

Onderzoekers van het Salk Institute (Californië, VS) hebben een methode ontwikkeld om cellen uit een open wond in één stap te veranderen in huidcellen. Hierbij worden de cellen in de wond ‘geherprogrammeerd’ om keratine te vormen, een taai, onoplosbaar eiwit dat voorkomt in onder andere de epidermis (buitenlaag) van de huid bij mensen.

Bij een normaal genezingsproces verplaatst het lichaam cellen in de opperhuid rondom de wond naar de wond zelf, waardoor de wond zichzelf herstelt. Deze cellen, keratinocyten, vormen het keratine van de epidermis. Bij grote, diepe en/of complexe wonden zijn er niet genoeg keratinocyten om de wond te genezen. Vaak wordt een dergelijke wond dichtgemaakt door huid van elders te transplanteren. Bij grote wonden is er niet altijd genoeg huid beschikbaar. In theorie is het mogelijk stamcellen van de patiënt te gebruiken om kunstmatig huid te laten groeien en die te transplanteren. In de praktijk kan dit te lang duren.

Bij de nieuwe techniek worden cellen in de wond geherprogrammeerd. Om dat voor elkaar te krijgen moesten de onderzoekers eerst uitvinden wát er precies opnieuw geprogrammeerd moest worden. In eerste instantie werden 55 ‘programeerpunten’ (eiwitten en RNA) gevonden, na veel uitproberen bleven er vier eiwitten over die van een cel een keratinocyt maken. De onderzoekers brachten de eiwitten in de niet-genezende wond van een muis aan. De geherprogrammeerde cellen zorgden er vervolgens voor dat de beschadigde huid zichzelf goed herstelde.

Ondanks de positieve resultaten stellen de onderzoekers dat er nog heel wat onderzoek naar de veiligheid moet worden gedaan voor het proces in de operatiekamer kan worden gebruikt.

Bron: Salk Institute

Een maag-bypass verhoogt risico op botbreuken met 30%

0

Een studie gepubliceerd in het Journal of Bone and Mineral Research toont aan dat het risico op fracturen met ongeveer 30 procent toeneemt na een maag-bypass-operatie. Er werd ook ontdekt dat mensen na zo’n operatie vaker vallen dan voor de operatie.

 

Bariatrische chirurgie
Maag-bypass-chirurgie is de meest voorkomende bariatrische chirurgie om obesitas te behandelen. Bij maag-bypass-operaties wordt een klein deel van de maag, het stuk dat verbonden is met de slokdarm, losgemaakt van de rest van de maag en verbonden met een stuk uit de dunne darm. Zie hieronder een animatie uit een voorlichtingsvideo over een Gastric bypass van het Obesitascentrum Catharina Ziekenhuis.

Voedsel gaat direct de dunne darm in in plaats van door de hele maag te gaan, waardoor het gevoel van vol te zijn toeneemt. De persoon eet minder en de opname van voedingsstoffen neemt af, wat leidt tot gewichtsverlies. Eerder onderzoek heeft al aangetoond dat een maagomleiding tot botverlies leidt, maar het fractuurrisico na een operatie is onvoldoende bestudeerd. Bovendien is de associatie tussen maag-bypass en fractuurrisico niet bestudeerd bij patiënten met diabetes.

Onderzoek
Het Zweedse onderzoek is gebaseerd op de gegevens van 38.971 patiënten die maag-bypass-operaties hebben ondergaan, waarvan 7.758 diabetes hadden en 31.213 niet. Degenen die de operatie hadden ondergaan, werden vergeleken met een even grote groep individuen die niet waren geopereerd en die dezelfde morbiditeits- en achtergrondgegevens hadden.

Resultaten
Ongeacht de diabetesstatus hadden degenen die geopereerd waren ongeveer 30 % meer kans op botbreuken. Personen zonder diabetes hadden een verhoogd risico van 32 % en diegenen met diabetes hadden een verhoogd risico van 26 %. De risicoverhoging geldt voor breuken in het algemeen, met uitzondering van het onderbeen. Na de operatie kwamen fracturen van de onderbenen minder vaak voor.

De resultaten komen goed overeen met eerder onderzoek in het veld, maar de huidige studie is statistisch sterker vanwege de omvang. Ook hebben de onderzoekers zich in deze studie geconcentreerd op de dominante methode van obesitaschirurgie, maag-bypass, en andere vormen uitgesloten.

Hypothese
De meest voorkomende hypothese van het mechanisme achter een verhoogde kans op fracturen na obesitaschirurgie is gewichtsverlies en dat het skelet zwakker wordt met minder belasting. Het onderzoek liet geen verband zien tussen het aantal fracturen en de mate van gewichtsverlies. Een verhoogd risico op vallen na een operatie werd echter opgemerkt, wat op zichzelf zou kunnen bijdragen aan een verhoogd risico op fracturen. De vraag waarom individuen die een operatie hebben ondergaan vaker vallen, met of zonder fracturen als gevolg, heeft nog geen duidelijk antwoord.

Axelsson KF, Werling M, Eliasson B, et al. Fracture risk after gastric bypass surgery: a retrospective cohort study. J Bone Miner Res. 2018 Jul 16.

Filmpjes monteren op je laptop

0

In Podopost nr. 7 staat het artikel 10 tips om een filmpje met je smartphone te maken. Smartphones hebben steeds betere camera’s. Daardoor komt het zelf maken van een bedrijfsfilmpje of het maken van een vlog met tips voor je cliënten makkelijk binnen handbereik. Hieronder tonen we het effect van tip 7 in het Podopost-artikel en geven we nog een extra tip voor als je je geschoten materiaal niet op je smartphone maar op je laptop wil monteren.

Tip 7
Het lijkt zo voor de hand liggend: niet tegen het licht in te filmen (of fotograferen). Maar je bent enthousiast en wilt meteen aan de slag. Dan zie je dit makkelijk over het hoofd. Het verschil tussen met het licht mee filmen of tegen het licht in filmen zie je in onderstaand filmpje. Klik op de afbeelding  om het filmpje (duur: 16 seconden) te starten.

Monteren op je laptop
In het artikel in Podopost worden ook tips gegeven over apps waarmee je op je smartphone een filmpje kunt monteren. Soms is het echter prettiger om op je laptopscherm of je desktop een filmpje te monteren. Door het  grotere scherm, heb je net wat beter zicht dan op het kleine scherm van een smartphone. Ook daar zijn gratis programma’s voor te verkrijgen die je kunt gebruiken bij een Mac, bij Windows of bij beide. Download zo’n gratis programma altijd op de officiële site van de uitgever. Dan voorkom je dat je malware download.

Heb je op je laptop Windows Essentials 2012 zitten dan heb je toegang tot het programma Windows Movie Maker. Dit is een simpele videobewerker met een paar basics: knippen en kopiëren van frames, snelheid van afspelen beïnvloeden, het volume instellen, tekst, afbeeldingen en muziek toevoegen. Vanaf 2017 zit dit programma niet meer standaard in Windows Essentials. Downloads die nu nog op internet worden aangeboden zijn illegale versies, mogelijk met malware. Beschik je wel over dit programma, dan zie je in onderstaand filmpje van de Videomakers hoe je filmpjes in Windows Movie Maker bewerkt. Klik op de afbeelding op onderstaande afbeelding om het filmpje (duur 28 minuten) te starten.

Een beter alternatief met meer mogelijkheden is Da Vince Resolve, dat zowel voor Windows als Mac geschikt is (uitgever: www.blackmagicdesign.com). Dit programma vereist overigens wel dat je een pc of laptop hebt waarop een goede grafische kaart is geïnstalleerd.

Hoe je het programma kunt gebruiken, kun je zien op onderstaande video van de Videomakers. Klik op de afbeelding om het filmpje (duur 13 minuten) te starten.

Ben je nieuwsgierig geworden en wil je meer weten? Kijk dan eens op de site van devideomakers.nl Daar staan veel gratis tutorials en blogs op, maar er is ook een betaalde Masterclass speciaal voor ondernemers.

Zijn pedicuremotoren uitontwikkeld?

0

‘Beweegbord’ helpt om patiënt sneller fit te krijgen

0

Een ‘beweegbord’ moet patiënten van de Geriatrische Trauma Unit van het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht helpen sneller fit te worden. De behandelaars kunnen in één oogopslag zien wat de patiënt al heeft gedaan en kan, maar ook de patiënt zelf kan zijn of haar vorderingen zien.

Op het bord kunnen verpleegkundigen en artsen zien of de patiënt beweegt en wat hij of zij kan. Heeft de patiënt een rollator of een kruk nodig? Kan hij of zij zelf naar de wc? De pictogrammen op het bord geven dat duidelijk zichtbaar aan zodat de behandelaren op de conditie en mogelijkheden van de patiënt kunnen inspelen.

Fysiotherapeut Samira Hityahubessy: “Tijdens de ziekenhuisopname is het belangrijk dat de patiënt zo veel mogelijk in beweging komt, om de conditie en spierkracht op peil te houden of te brengen, maar ook om doorliggen of andere complicaties zoals een longontsteking te voorkomen. De patiënt moet zo veel mogelijk worden gestimuleerd om te bewegen en uit bed te komen en bewust worden gemaakt van het belang daarvan. Maar dat moet uiteraard veilig gebeuren en passend bij wat de persoon in kwestie kan.”

Fysiotherapeut Gerard Oosterling vult aan: “Normaal gesproken weet de eerstverantwoordelijke verpleegkundige hoe de patiënt opstaat en welke hulp bij het lopen vereist is. Maar soms hebben wij net met de patiënt geoefend en is de situatie veranderd. Het kan ook dat een andere verpleegkundige tussendoor iets met de patiënt doet. Dan moet eerst het dossier worden geraadpleegd en dat kost tijd. Vanaf nu volstaat één blik op het beweegbord om te weten op welke manier de patiënt beweegt. Voor de zekerheid een po gaan halen, is bijvoorbeeld niet nodig als het bord aangeeft dat de patiënt zelf naar het toilet kan lopen. Verpleegkundigen, artsen en andere zorgverleners kunnen de patiënt zo maximaal stimuleren.”

Bron: Albert Schweitzer ziekenhuis.

Abonneren