Home Blog Pagina 2

Effectiviteit wondverband: minder wondbeslag en betere genezing

0

Een prospectieve, observationele, multicenterstudie werd uitgevoerd in 152 centra in Duitsland. Wonden werden zes weken lang behandeld met de geëvalueerde verbanden (UrgoClean kompres en UrgoClean touw, Laboratoires Urgo, Frankrijk). In totaal werden 1558 patiënten (van 3 tot 100 jaar) geïncludeerd: 944 patiënten met chronische wonden (voornamelijk veneuze beenulcera, diabetische voetulcera en doorligplekken); en 614 met andere wonden (voornamelijk chirurgische wonden, schaafwonden en brandwonden). Bij het laatste bezoek was 42 procent van de wonden binnen 33 tot 15 dagen genezen en werd bij 52,5 procent een verbetering in de wondgenezing gemeld.

Er werd een continue afname van het wondbeslag waargenomen (van 60% bij aanvang tot 10% bij het laatste bezoek), ongeacht het verband of het wondtype. Deze verbetering ging gepaard met een afname van: infectiepercentages met 87,3 procent; stankoverlast met 86,7 procent; maceratie met 65,6 procent; en spontane pijn met 60,4 procent.

Beide verbanden werden door de meeste patiënten (respectievelijk 85,3 en 76,1%) als ‘zeer goed’ verdragen en met ‘geaccepteerd’ beoordeeld. De meerderheid van de artsen (72,0%) beoordeelde ze als ‘uiterst nuttig’, met name in gevallen van geïnfecteerde wonden zonder antibiotische therapie.

De twee in deze studie beoordeelde verbanden bleken dus effectief in het verwijderen van beslag en het bevorderen van wondgenezing, ongeacht het wondtype of de infectiestatus.

Bron: Pubmed

Leidse onderzoekers ontdekken beschermend insulinegen

0

Gestreste bètacellen (geel/oranje) in de eilandjes van Langerhans door René van Tienhoven en Bart Roep. © LUMC

 

Waarom de één wel type 1 diabetes (T1D) krijgt en de ander niet, is onduidelijk. Lang was de gedachte dat de ziekte ontstaat door een vergissing in het immuunsysteem waardoor het lichaam de eigen bètacellen vernietigt. De laatste jaren is dit inzicht veranderd, mede dankzij onderzoek van hoogleraar Bart Roep (LUMC). Daardoor weten we nu dat niet het immuunsysteem zélf ontspoort, maar dat gestreste bètacellen signalen afgeven, waardoor het immuunsysteem deze als ‘fout’ ziet.

Ventiel

‘Eén kleine variatie in het DNA van het insulinegen geeft een beschermend effect tegen diabetes type 1’, vertelt dr. René van Tienhoven, onderzoeker en zelf T1D patiënt. Ongeveer 40% procent van alle Nederlanders heeft deze beschermende variant. Tienhoven: ‘De bètacellen bij personen met de beschermende variant zijn uitgerust met een soort ventiel. Dankzij het ventiel kunnen de bètacellen bij grote stress stoom afblazen en blijven ze onzichtbaar voor het immuunsysteem’, zegt hij.

Eén op de 5 patiënten met T1D heeft de beschermende genetische variant (en dus bètacellen met ventiel) en tóch hebben zij diabetes. Dat betekent dat het ventiel geen volledige bescherming biedt. Wel is het ziekteverloop van deze patiënten milder, zo blijkt uit de nieuwe studie. ‘Mits zij voldoende insuline spuiten, houden deze T1D-patienten vaak eigen bètacellen over. Daardoor maken ze zelf ook een beetje insuline aan en kunnen ze hun bloedsuiker beter regelen. Hun prognose is daarom beter: de ziekte leidt bij deze groep nog maar zelden tot complicaties’, zegt Van Tienhoven.

Persoonsgericht behandelen

Roep: ‘Het testen van patiënten op de genetische variant biedt dus zowel belangrijke informatie over de ernst en prognose van het ziekteverloop als de mogelijkheden voor persoonsgericht behandelen van T1D.’ De ontdekking biedt ook andere toekomstige toepassingen die veel belovend kunnen zijn voor T1D patiënten. Roep: ‘We kunnen alvleesklier- of stamceldonoren testen op de beschermende variant om zo de uitkomst van transplantatie van de Eilandjes van Langerhans, waarin bètacellen zitten, en stamceltherapie te verbeteren. Daarnaast kunnen we in de toekomst zelfs een kleine genetische aanpassing doen aan gekweekte bètacellen en zo het ventiel inbouwen. Deze methoden zijn nog niet zover ontwikkeld dat we daar nu al T1D-patiënten mee kunnen behandelen maar het biedt in ieder geval veel toekomstperspectief.’

De resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Cell.

Bron: LUMC

Combinatie veelgebruikte E-nummers vergroot kans op diabetes

0
© JackF / stock.adobe.com

Het lijkt met voedseladditieven net zo te zijn als met pesticiden: elk afzonderlijk zijn ze in lage doses misschien niet zo erg en komen ze door de veiligheidsbeoordelingen van voedselveiligheidsinstanties. Maar de combinatie van meerdere stoffen tegelijk kan wél problemen geven. Recente studies vanuit een database met meer dan 108.000 Franse volwassenen – het zogenoemde NutriNet-Santé-cohort – leggen nu een link tussen het gebruik van bepaalde E-nummers en een verhoogd risico op diabetes, kanker en hart- en vaatziekten.

Om de gevolgen van blootstelling aan zulke combinaties van E-nummers te meten, analyseerden de onderzoekers de gezondheidsgegevens van ruim 108.000 volwassenen uit de NutriNet-Santé-cohortstudie, met een gemiddelde opvolgduur van 7,7 jaar. De deelnemers hielden online bij wat ze aten en dronken, inclusief de merken van de producten. Elke deelnemer deed dit minimaal twee en sommigen vijftien dagen. Om een betrouwbare schatting te maken van de blootstelling aan additieven, werden alleen die stoffen meegenomen die door minstens 5 procent van de deelnemers waren geconsumeerd. Via meerdere databanken werd bepaald welke additieven in welk product zaten.

[tussenkop] Twee gevaarlijke combinaties
De onderzoekers identificeerden vijf combinaties van toevoegingen die vaak samen worden gegeten, omdat ze samen in producten zitten of omdat mensen bepaalde voedingsmiddelen vaak tegelijk eten. De eerste schadelijke combinatie bestond vooral uit emulgatoren, zoals gemodificeerd zetmeel, pectine, guargom, carrageen, polyfosfaten en xanthaangom, een conserveermiddel (kaliumsorbaat) en een kleurstof (curcumine). Deze stoffen zitten vaak samen in bouillons, desserts, vetten en sauzen.

Het tweede mengsel zat vooral in kunstmatig gezoete dranken en frisdranken. Het bevatte zuren en zuurteregelaars (citroenzuur, natriumcitraten, fosforzuur, appelzuur), kleurstoffen (sulfiet-ammoniakkaramel, anthocyanen, paprikaconcentraat), zoetstoffen (acesulfaam-K, aspartaam, sucralose), emulgatoren (Arabische gom, pectine, guargom) en een glansmiddel (carnaubawas).

‘Onze analyses wijzen op zowel versterkende als elkaar tegenwerkende effecten tussen E-nummers binnen die combinaties’, stellen de onderzoekers. ‘Deze bevindingen worden meegenomen in de toekomstige herbeoordeling van additieven door instanties zoals de EFSA en de FDA. We onderzoeken nu ook verder of deze vijf combinaties verband houden met kanker, hartziekten, hoge bloeddruk en veranderingen in de darmflora van deelnemers.’

Bron: Scientias

Geen verandering in vergoeding fysiotherapie

0
© Yana Perelotova / stock.adobe.com

ZiN legt de bal terug bij de beroepsgroep. De fysio- en oefentherapeuten hebben nog geen kwaliteitskader opgesteld, het is niet duidelijk of de behandelingen die fysio’s en oefentherapeuten geven, voldoen aan de stand van de wetenschap en de tijden zijn intussen veranderd door alle IZA-afspraken. Hierdoor kon het ZiN geen ‘passende aanspraak fysio- en oefentherapie’ opstellen. En dat maakt weer dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ook niet kan adviseren over passende bekostiging. Het huidige vergoedingssysteem, waarbij fysiobehandelingen in de aanvullende verzekeringen zijn ondergebracht, blijft in stand. Het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) vindt dit maatschappelijk onaanvaardbaar en pleit ervoor dat fysiotherapie voor iedereen beschikbaar moet zijn vanuit de basisverzekering.

Er loopt bij de NZa nog wel een marktonderzoek paramedische zorg dat zich richt op het functioneren van de marktomstandigheden en knelpunten voor fysiotherapeuten. Zij hopen op de introductie van minimumtarieven, wat een oplossing zou moeten zijn voor het hoge aantal vertrekkende fysiotherapeuten.

Bron: Skipr

Explosieve groei van ouderen met gordelroos

0
© ryanking999 / stock.adobe.com (Symbolbild mit Fotomodell)

De stijging is vooral zichtbaar bij 65-plussers. In december vorig jaar ging het nog om 40 patiënten met gordelroos per 100.000 ouderen, in april dit jaar was er sprake van meer dan 100 patiënten per 100.000 65-plussers. Dat is bovendien bijna twee keer zoveel als het aantal rond deze periode in voorgaande jaren. Verder is ook sprake van een stijging in de leeftijdsgroep van 45 tot en met 64 jaar.

Nivel stelt de stijgingen vast op basis van gegevens van ongeveer 400 huisartsenpraktijken in Nederland. Wekelijks publiceert het onderzoeksinstituut gegevens over de meest opvallende ziekten en aandoeningen waarvoor mensen in de voorliggende week bij hun huisarts kwamen. Eind april was het aantal mensen dat met gordelroos bij de huisarts kwam gedaald, maar het waren er nog wel meer dan in voorgaande jaren.

Besmetting

Gordelroos zorgt voor jeukende blaasjes op de huid. Het wordt veroorzaakt door hetzelfde virus als de waterpokken. Vooral kinderen krijgen waterpokken, terwijl ouderen vaker gordelroos krijgen. Nivel ziet geen toename van het aantal kinderen met waterpokken in de huisartsenpraktijken.

Gordelroos zelf is niet besmettelijk, maar het vocht uit de blaasjes bevat het virus. Dit kan waterpokken veroorzaken bij personen die nooit waterpokken hebben gehad. Actieve gordelroos geldt als contra-indicatie voor een pedicurebehandeling om verdere verspreiding en complicaties te voorkomen. Herken je gordelroos bij een cliënt, stuur deze dan door naar de huisarts.

Bron: Nivel en Voetzorg+

Bij prediabetes al risico dat je minder makkelijk loopt

0

Aan het onderzoek namen 158 mensen deel (publicatie in Nature). De onderzoekers deelden de deelnemers in twee even grote groepen: 79 mensen met een normaal hemoglobinegehalte en 79 met een verhoogd gehalte, maar nog onder de ‘diabetesgrens’. Iedereen moest een paar loopoefeningen doen. De gezonde mensen bleken gemiddeld een hogere snelheid te kiezen. Daarnaast bleek dat bij de mensen met een verhoogd hemoglobinegehalte de achillespees minder goed functioneerde. De onderzoekers concluderen: “Deze studie suggereert dat een stijging van HbA1c (geglyceerd hemoglobine; red.), zelfs zonder diabetes, een potentiële risicofactor kan zijn voor een verstoord looppatroon en peesweefsel.”

Laat diabetes niet tot amputaties leiden: vijf belangrijke strategieën

0

Een hoge bloedglucosespiegel beschadigt de bloedvaten en zenuwen. Dat gebeurt in het bijzonder bij de lichaamsdelen die het verst verwijderd zijn van het hart. Een slechte bloedsomloop gecombineerd met een verminderd gevoel maakt voeten bijzonder kwetsbaar. Dat schrijft journalist Vera Emoghene op ‘Rolling Out’, een platform voor de zwarte gemeenschap (bij een vergelijkbare ernst van de diabetes lopen zwarte Amerikanen ongeveer drie keer meer risico op amputatie dan blanke Amerikanen). 85 Procent van de diabetesgerelateerde amputaties begint met een voetulcera. Hoe voorkom je dit?

  1. Voetonderzoek

Regelmatig professioneel voetonderzoek vormt de basis van amputatiepreventie. Tussendoor onderzoek je elke dag zelf je voeten. Dat doe je systematisch. Kijk daarbij ook naar de vaak over het hoofd geziene gebieden tussen de tenen en de achterkant van de hielen. Daarvoor gebruik je een spiegel of de camera op je telefoon.

  1. Kies de juiste schoenen

Therapeutisch schoeisel verdeelt de druk gelijkmatiger over de voet. Deze schoenen geven bovendien voldoende diepte en breedte om mogelijke afwijkingen op te vangen. Mensen die een hoog risico lopen, kiezen voor op maat gemaakte schoenen. Of voor steunzolen op maat die voor de juiste drukverdeling zorgen.

  1. Let op je bloedglucosewaarden

Je verkleint de risico’s als je bloedglucosewaarden binnen de streefwaarden blijven. Consistent glucosebeheer vertraagt ​​de progressie van zenuwschade, verbetert de bloedsomloop en bevordert het wondhelend vermogen van het lichaam.

  1. Bij blessures meteen ingrijpen

Onderzoek laat zien dat wonden die binnen de eerste twee weken worden behandeld beter genezen. Dat verkleint het risico op amputatie. Een goede behandeling bestaat uit het verlichten van de druk op het getroffen gebied, passende reinigings- en verbandprotocollen, infectiebeoordeling en in veel gevallen een gespecialiseerd wondzorgconsult.

  1. Technologische hulpmiddelen

Met nieuwe technologisch hulpmiddelen kun je de temperatuur van de voet in de gaten houden. Ze kunnen waarschuwen dat er een ontsteking ontstaat.

Opnieuw ophef over Zorgkaart

0

Eerder leverden drie artsenorganisaties kritiek op de recensiewebsite. Zij hebben moeite met negatieve besprekingen. Zij vinden onder meer dat de Patiëntenfederatie te weinig doet om de betrouwbaarheid te controleren. De artsenorganisaties hebben onder meer kritiek op besprekingen van mensen die niet eens bij de betreffende dokter op bezoek zijn geweest. Nu laat Zorgvisie zien dat andersom ook kan. Een zorgverlener kan goede besprekingen kopen.

Nepreviews kopen

Vermoeidheidkliniek Pierre de Roy kocht in samenspraak met Zorgvisie een aantal nepreviews bij Socialmediabro. Zorgaanbieders kunnen bij dit bedrijf pakketten kopen van 10, 25 of 45 reviews per maand. Dat kost 250 tot 749 euro. SocialmediaBro plaatst de besprekingen met nieuwe emailadressen en verschillende IP-adressen. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) kijkt hier nu naar als ‘signaal’.

‘Pure kwaadwillendheid’

De Patiëntenfederatie, eigenaar van ZorgkaartNederland, geeft aan dat je het systeem nooit 100 procent waterdicht kunt maken. Wie echt kwaad wil, vindt altijd een manier om het systeem te omzeilen. “Dat er zorgaanbieders zijn die dit moedwillig doen door daar bedrijfjes dik voor te betalen, beschouwen wij als pure kwaadwillendheid. En tegen echte kwaadwillendheid valt uiteindelijk maar weinig te doen. Het plaatsen van valse beoordelingen is niet alleen onethisch, het is inmiddels ook wettelijk verboden (Digital Services Act).” Medisch pedicures kunnen zich sinds begin 2024 aanmelden bij de Zorgkaart.

Opleidingsinstituut Pediroda houdt open huis in mei en juni

0

Bij Pediroda beginnen in september weer de opleidingen tot pedicure, medisch pedicure, voetconsulent en compressietherapeut. Wie daar kennis mee wil maken, kan in mei en juni naar een van de open dagen gaan die het instituut op vijf leslocaties houdt.

  • Zwolle: 20 mei
  • Almelo: 2 juni
  • Weesp: 3 juni
  • Apeldoorn: 5 juni
  • Zaltbommel: 11 juni

Graag van te voren inschrijven.

Advocaat geeft raad: hoe huur je een zzp’er in?

0

Sinds dit jaar handhaaft de Belastingdienst de wet DBA, zoals eerder gemeld in Voetenwerk. In een nieuw artikel op de site van de Kamer van Koophandel vertelt advocaat Robin Jans hoe je iemand kunt inhuren als zelfstandige zonder personeel, op zo’n manier dat je binnen de regels van die wet blijft. Een korte opsomming van zijn adviezen:

  • Sluit een contract met elkaar af.
  • Het gaat er niet alleen om dat je het op papier goed hebt geregeld. “Als je in de praktijk een zzp’er als werknemer behandelt, dan is dát wat telt.”
  • In hoeverre maken de werkzaamheden van de zzp’er onderdeel uit van je bedrijf. Met een schilder die je praktijk een nieuwe lik verf komt geven, zit je veilig. Als je een pedicure inhuurt, zal de Belastingdienst kritischer kijken.
  • In hoeverre behandel je de zzp’er als een werknemer. Moet die zich aan bepaalde tijden houden? Doet die mee aan teamoverleggen? Krijgt die een kerstpakket? Gaat die mee met het bedrijfsuitje? Dat kunnen voor de Belastingdienst allemaal aanwijzingen zijn voor een ‘verkapt dienstverband’.
  • Geef de zzp’er geen emailadres van je praktijk. Dus geen ria@opgoedevoet.nl, maar bijvoorbeeld ria@extern.opgoedevoet.nl. Of laat de zzp’er haar/zijn eigen adres gebruiken.
  • Als zzp’er laat je duidelijk zien dat je niet in dienst bent. Op je LinkedIn-profiel beschrijf je jezelf dus niet als ‘Pedicure in de praktijk Op Goede Voet.’
  • Als zzp’er laat je zien dat je ondernemer bent. Dat doe je door voor meer opdrachtgevers te werken en te laten zien dat je op zoek bent naar opdrachtgevers. Of dat je als zzp’er ook klanten hebt buiten de praktijk waar je bent ingehuurd.
Abonneren