Home Blog Pagina 59

Sneller op de been na ernstige been- of voetbreuk door nieuwe aanpak

Jaarlijks belanden er in Nederland zo’n 175.000 mensen met een botbreuk op de spoedeisende hulp. Bij complexe fracturen die doorlopen in de gewrichten, is een operatie met schroeven en plaatjes onvermijdelijk. En als die breuk ergens in de onderste extremiteiten – vanaf de heupkom tot de middenvoet – zit, dan volgt het advies 3 maanden rust te houden. Dit om te voorkomen dat de wond openspringt, er een infectie ontstaat en de platen en schroeven het niet houden. Martijn Poeze, hoogleraar traumachirurgie in het Maastricht UMC+, onderzocht of het mogelijk was al veel eerder te starten met belasten.

Aanpak

Samen met revalidatieartsen van het revalidatiecentrum Adelante stelde hij het zogenaamde permissive weight bearing-protocol op. ‘Het doel hiervan is dat de patiënt direct na de wondgenezing leert het oude normale looppatroon terug te krijgen. Vaak bestaat de neiging na zo’n breuk vooral het goede been te belasten. De fysiotherapeut die het loopproces begeleidt, moet de van tevoren gedefinieerde rode vlaggen in de gaten houden, zoals roodheid van de wond, oedeem en pijnklachten. Als dergelijke problemen niet ontstaan, is het mogelijk de loopoefeningen langzaamaan uit te breiden. Eerst begint de patiënt met twee elleboogkrukken, dan met één zo’n kruk en ten slotte alleen een stok. In dit laatste geval is er in feite sprake van volledige belasting.’

Resultaten

Patiënten werden een half jaar gevolgd. De permissive weight bearing-periode bleek 6 tot 12 weken in beslag te nemen. 98% van de patiënten kon binnen drie maanden na de operatie al volledig belast lopen. In de controlegroep was dat 55%. Tussen beide groepen was er geen verschil in het aantal complicaties. Verder werd met behulp van enquêtes op 4 momenten de tevredenheid van de patiënten gemeten (na 2, 6, 12 en 26 weken). De patiënten bij wie het permissive weight bearing protocol werd toegepast bleken tevredener te zijn over hun dagelijks functioneren en kwaliteit van leven in vergelijking met de patiënten uit de controlegroep. Daarnaast werden er minder zorgkosten gemaakt, gemiddeld €500 per patiënt. Op jaarbasis betekent dat een kostenbesparing van 8 miljoen euro.

Bron: Mediator 45, ZonMW

LUMC zoekt patiënten met schimmelnagels

0

Op dit moment is alleen het slikken van een antischimmelkuur voor minimaal 3 maanden wetenschappelijk bewezen effectief. Dit is niet alleen lang, maar geeft ook kans op vervelende bijwerkingen. Daarom wil het LUMC nu onderzoek doen naar twee geneesmiddelen die bij eerdere studies bleken te werken. Dat zijn miconazol en amorolfine. Van beide middelen is niet bekend hoe effectief ze daadwerkelijk zijn in de praktijk. Vandaar dit onderzoek. Het LUMC zoekt mensen tussen de 18 en 70 jaar met een schimmelnagel (hooguit drie beperkt aangetaste nagels per voet). Zij moeten zes maanden lang hun nagels behandelen met één van de geneesmiddelen of een placebo. Halverwege komt de onderzoeksverpleegkundige langs om te kijken hoe het gaat. Aan het einde volgt een afsluitend bezoek en wordt opnieuw een stukje nagel afgeknipt voor het onderzoek. De uiteindelijke resultaten worden met de deelnemers gedeeld. Cliënten kunnen zich aanmelden door een mail te sturen naar schimmelnagels@lumc.nl.

Bron: lumc.nl/schimmelnagels

E-Footcare laat maatwerkzolen aanmeten in pedicurepraktijk

0

Het werkt als volgt: de pedicure brengt de voetklachten in kaart en maakt een voetafdruk. Vervolgens produceert E-Footcare met behulp van een digitale scan- en modelleertechniek een gepersonaliseerde steunzool voor de cliënt.

Zonder vaste kosten

Pedicures kunnen direct starten met deze service zonder abonnementsvorm of andere vaste kosten vooraf. Ook worden geen investeringen van de pedicurepraktijk gevraagd.
Nusteling benadrukt ‘dat bij complexere voetklachten de pedicure ook nog eens de deskundigheid en het netwerk van E-Footcare kan inzetten om haar zorgconsument te helpen’. Als de klant (in Nederland) daarvoor verzekerd is, worden de steunzolen via de pedicures vergoed door de ziektekostenverzekeraar.

Bron: e-footcare.nl

Groter risico op artrose door vitamine K-remmende bloedverdunner

0

Onderzoekers dr. Cindy Boer en dr. Joyce van Meurs keken naar de rol van erfelijkheid bij het ontstaan van artrose. Hun eerste uitgangspunt was het bevolkingsonderzoek in het Rotterdamse Ommoord waar 15.000 45-plussers aan deelnemen. Boer en Van Meurs analyseerden de DNA-profielen om te ontrafelen welke genen verantwoordelijk zijn voor het risico op artrose. Hier kwam het gen MGP naar boven. Om gewrichten soepel te houden heeft het MGP-eiwit vitamine K nodig dat ook essentieel is voor bloedstolling. Vandaar dat veel bloedverdunners vitamine K-remmende stoffen bevatten. In 2019 gebruikten in Nederland 244.400 mensen zo’n bloedverdunner. Met deze kennis werd opnieuw gekeken naar het eerdergenoemde Erasmus Rotterdam Gezondheid Onderzoek. Ditmaal met de vraag of mensen die bloedverdunners gebruiken een hoger risico hebben op artrose. Dat bleek het geval. ‘Remming van vitamine K zorgt ervoor dat het MGP-eiwit niet functioneert. Er ontstaat verkalking in de gewrichten’, verklaart Boer. Samen met Van Meurs wil zij nu onderzoeken of vitamine K kan worden ingezet als therapeutisch middel om het ontstaan van artrose te vertragen of voorkomen.

Bron: amazingerasmusmc.nl, Annals of the Rheumatic Diseases

Nieuw boek over ziekte van Lyme: deel 1 in serie

0

De laatste decennia laat het aantal tekenbeten in ons land een opmerkelijke stijging zien. Elk jaar worden maar liefst 1 miljoen mensen door een teek gebeten en in ongeveer 27.000 gevallen mondt dit uit in de ziekte van Lyme. Deze aandoening behoort tot de meest complexe infectieziekten omdat de teek als tussengastheer optreedt. Hierdoor zijn ook vogels, knaag- en hoefdieren betrokken bij de overdracht van de bacterie. De diagnostiek en behandeling van lyme vraagt daarom om specialistisch maatwerk.

Iemand met de ziekte van Lyme kan een breed scala aan symptomen/aandoeningen ontwikkelen, die van belang kunnen zijn voor het werk van een pedicure. Denk aan onder meer een atrofische huid, dunne vezelneuropathie, allodynie, hyperalgesie, fasciitis plantaris, spasmes, oedeem of auto-immuunziekten.

In het nieuwe boek Lymeziekte – Over teken, tekenbeten en tekenbeetziekten wordt niet alleen de medische kant belicht, maar komen ook de biologische en de ecologische aspecten aan bod. De meest voorkomende vragen worden beantwoord. Lymeziekte – geschreven door onder anderen Joppe Hovius van het Amsterdams Multidisciplinair Lymeziektecentrum – is deel één in een nieuwe serie over biologische- en gezondheidswetenschappen. De reeks wordt geschreven door vooraanstaande wetenschappers in samenwerking met de stichting Biowetenschappen en Maatschappij.

Bronnen: uitgeverijlias.nl, biomaatschappij.nl

ProVoet-congres: ‘Belang voetzorg onderbelicht, terwijl mobiliteit begint bij de voeten’

0

Voetzorg wordt primair gezien als onderdeel van de uiterlijke verzorging. En waar het om de voetzorg voor ouderen gaat, nekte dat zich tijdens de eerste fase van de coronacrisis. Dat is het beeld dat naar boven komt uit een enquête die voorafgaand aan het congres werd gehouden onder ProVoet-leden. De verpleeghuizen gingen op slot en daarmee konden ook pedicures niet meer naar binnen om de voetzorg te verlenen aan hun cliënten. De verpleegkundigen en verzorgenden zijn onvoldoende geschoold om die zorg over te nemen. De thuiswonende ouderen durfden vaak de deur niet meer uit – wat hen beperkte in hun mobiliteit – en waren ook huiverig om nog mensen binnen te laten. Zo bleven deze mensen maanden verstoken van voetzorg. En gelet op het feit dat twee derde van de ouderen boven de 75 jaar niet meer bij de eigen voeten kan, waren deze mensen ook niet in staat om hun eigen voeten naar behoren te verzorgen.

Mischa Nagel aan het woord over de enquête-uitkomsten.

Beide situaties onderstreepten hoezeer het belang van voetzorg onderbelicht is, concludeerde ProVoet-directeur Ron Verschuren. ‘Dit terwijl de mobiliteit begint bij de voeten’, zei hij in zijn openingswoord. ‘Als de mobiliteit achteruit gaat, krijgt iemand vanzelf ook minder behoefte om te bewegen.’ De gevolgen lieten zich raden en kwamen ook duidelijk naar voren uit de enquêteresultaten die Mischa Nagel tijdens het congres besprak: schrijnende verhalen over pijn, ontstekingen en valincidenten, omdat niet adequaat wordt gehandeld naar het gegeven dat bij het ouder worden van de voeten veranderingen optreden die tot grote problemen kunnen leiden.

Coronacrisis symbool voor groter probleem

De coronacrisis onderstreept slechts een al veel langer bestaand probleem rond de voetzorg voor ouderen. Bij de screening voor opname in het verpleeghuis is de voetzorg weliswaar een onderdeel van het behandelplan, maar het ontbreekt aan een landelijk protocol dat er voor zorgt dat bij die screening ook de status van de voeten wordt meegenomen. Is die aandacht er wel, dan worden niet altijd de schoenen of sokken uitgedaan, of wordt slechts één voet bekeken. Maakt een oudere in de thuissituatie al gebruik van een voetzorgprofessional, dan kan dit contact na opname in het verpleeghuis behouden blijven, maar zijn de kosten voor de persoon zelf. De voetzorgprofessional moet dan veelal het werk doen op de kamer van de bewoner, wat het moeilijk maakt de vereiste hygiënemaatregelen na te leven. Verder kan dementie het werk voor de voetzorgprofessional bemoeilijken, want die kan het gedrag van degene die deze zorg ondergaat onvoorspelbaar maken. Een probleem dat zich niet alleen in het verpleeghuis manifesteert. Het speelt ook steeds vaker in de thuissituatie een rol, nu het overheidsbeleid erop gericht is dat ouderen ook bij toenemende kwetsbaarheid zo lang mogelijk thuis blijven wonen.

Een extra handicap is gebrek aan communicatie. In het verpleeghuis heeft de voetzorgprofessional geen bevoegdheid om aantekeningen te maken in het dossier van de bewoner, of dit in te zien om een beeld te krijgen van de andere zorg die de persoon er ontvangt. In de thuissituatie vindt veelal geen kennismakingsgesprek plaats tussen de voetzorgprofessional en de thuiszorg. Ook heeft de voetzorgprofessional niet het recht het dossier van de cliënt in te zien, of hierin aantekeningen te maken die relevant kunnen zijn voor de medewerkers van de thuiszorg.

Medische indicatie

Bovenstaande probleembeschrijvingen kwamen ruimschoots aan bod tijdens het bijzondere congres, dat geen opeenvolging van lezingen was, maar her en der onderbroken werd door een korte paneldiscussie. De discussie – onder leiding van Nagel en orthopedisch chirurg Kirsten Veenstra (Sint Maartenskliniek) – vormde juist de kern. En de vraag naar het al dan niet essentieel zijn van het beroep van de voetzorgverlener stond centraal.
In de coronacrisis is in een aantal gevallen een manier gevonden om die zorgverlener toch in het verpleeghuis toe te laten, door een medische indicatie te verlenen aan de voetzorg van een bewoner. Normaal mag dit alleen als sprake is van diabetes of reumatoïde artritis.

Mascha de Haan, juridisch adviseur bij Zorginstituut Nederland, benadrukte echter dat er ook andere categorieën patiënten zijn voor wie voetzorg essentieel is en dat mogelijkheden voor vergoeding vanuit het basispakket bestaan als aantoonbaar is dat die onder geneeskundige zorg vallen, medisch noodzakelijk zijn en voldoen aan de stand van wetenschap en techniek. Maar dan moeten er wel publicaties zijn die aangeven dat de voetzorg – ook als die niet gegeven wordt in relatie tot diabetes of reumatoïde artritis – medisch noodzakelijk en bewezen effectief is. Dit betekent dat er een taak ligt bij de voetzorgprofessionals zelf, concludeerde Nagel: dataverzameling om de medische waarde van hun werk aan te tonen. Daarvoor moet dan wel een landelijk registratiesysteem worden ontwikkeld. ‘Dat moet er komen’, zei Verschuren, ‘het is een randvoorwaarde’.

Netwerk, kennisdeling en protocollen

Tegelijkertijd was voor alle aanwezigen duidelijk dat de noodzakelijke kwaliteitsverbetering in de voetzorg voor ouderen niet van de voetzorgprofessionals alleen kan komen. De thuiszorg, huisartspraktijken en verpleeghuizen moeten open staan voor netwerkopbouw en voor kennisdeling over voetzorg. Nagel: ‘Er moeten heldere afspraken komen over de verantwoordelijkheden die de diverse partijen hebben voor de ouderen voor wie zij werken. Er moeten protocollen komen om voetklachten te melden en registreren. En er moet van overheidswege een duidelijke stelling komen over het essentieel zijn van professionele voetzorg en de vergoeding hiervoor.’

Op de vraag hoe dit tot stand kan worden gebracht, reageerde Verschuren door te stellen dat dit de onderwerpen zijn waarover de voetzorgprofessionals en beleidmakers met elkaar in gesprek moeten komen. En Veenstra onderstreepte nog eens hoe essentieel dit is, door te stellen: ‘Regel dus dat dit gebeurt, anders blijf je de Calimero. Ik doe 70 procent van mijn tijd voeten en enkels, maar dat doe ik natuurlijk maar voor een beperkt aantal patiënten. Er zijn in Nederland duizenden voetzorgprofessionals die duizenden mensen helpen. Als medisch specialisten doen we dus maar een fractie van de voetzorg. De voetzorgprofessionals doen de basis en dat is veel belangrijker.’

Tekst: Frank van Wijck | Foto’s: Voetzorg+

Doe mee aan de kennistoets uit Podopost nr. 3

Tijdens je opleiding leer je de basis van een voetbehandeling. Ervaring bouw je op in de praktijk. Je leert handige manieren om voetproblemen aan te pakken. In het artikel Tips en Tricks geeft Igna Breedeveld tips over werkwijzen. Doe mee aan de kennistoets die bij dit artikel hoort. Heb jij zelf handige tips die je graag met Podopost wilt delen. Stuur dan een mailtje onder de vermelding ‘Mijn tip voor de voetzorg’.

Pdf Podopost nr. 3, april 2021

Podopost nr. 3 april 2021 is beschikbaar als doorbladerbare pdf.

 

Voetenwerk, april 2021

In het Voetenwerk van april licht communicatieadviseur Merijn Meivogel toe wat ProVoet tijdens de 2e lockdown achter de schermen heeft gedaan. Om onderstaande pdf te kunnen bekijken, moet je ingelogd zijn met een Podopost abonnement.

Aangiftechecklist voor beauty- en verzorgingsbranche

0

De tips en aandachtspunten die de Belastingdienst voor deze branche op een rij heeft gezet, kunnen mogelijk ook voor pedicures van pas komen. ‘Ruim 1,5 miljoen ondernemers moeten voor 8 mei hun aangifte inkomstenbelasting over 2020 indienen. Zo’n 450.000 van hen vullen deze zelf in via Mijn Belastingdienst. Dat is altijd al een klus en in deze tijd met corona nog iets meer’, weet de Belastingdienst.

‘Omdat 2020 een bijzonder jaar was helpen we ondernemers extra op weg’, verklaart fiscaal jurist Fred Thielemans. ‘Ondernemers die de online aangifte doorlopen, zullen zien dat wij de hulpteksten in het ondernemersgedeelte hebben aangevuld voor coronamaatregelen. En wie op onze website kijkt, vindt daar de informatie en een checklist die nodig zijn om de aangifte voor 8 mei juist en volledig in te vullen.’

Coronaregelingen

Ondernemers die gebruikmaakten van coronaregelingen zoals de TVL of TOGS moeten hier bij hun aangifte zelf alert op zijn. Sommige tegemoetkomingen moet je namelijk zelf vermelden, andere zijn vooraf ingevuld.

Meer informatie:
belastingdienst.nl/corona
belastingdienst.nl/aangifte
belastingdienst.nl/ondernemers

Abonneren