Anneke (55) heeft dik en extreem hard eelt onder de plantaire voorvoeten en rond de hielen. Aangeboren holvoeten zijn daar de oorzaak van. Medisch pedicure Juliette Aalders verwijdert dit eelt op effectieve wijze met het relatief onbekende mes 23 in combinatie met haar favoriete eeltweker. Daarnaast demonstreert ze hoe ze de hardnekkige mycosenagels verzorgt.
Vraag: Ik ben beginnend pedicure en heb een cliënt bij wie het heel lastig is de teennagels te knippen. De nagels zitten heel dicht op de huid. De huid duwt de nagels als het ware omhoog, waardoor knippen met een tang en ook frezen snel wondjes oplevert. Waardoor wordt de huid zo omhoog geduwd en hoe kunnen de teennagels op een verantwoorde manier geknipt worden?
Met de komst van de ketenzorg wordt verwacht dat pedicures rapporteren aan een arts, praktijkondersteuner of podotherapeut of in de beveiligde omgeving van een zorggroep. De pedicure heeft een signalerende functie en het schrijven van een verwijsbrief of rapportage
hoort bij haar taken. Het is een competentie die een pedicure goed hoort te beheersen.
Sommige voetproblemen zijn alleen structureel op te lossen als de cliënt bereid is tot gedragsverandering. Bijvoorbeeld er zijn problemen door het dragen van verkeerd schoeisel, maar de cliënt neemt het advies niet over. Motivational interviewing ofwel motiverende gespreksvoering is een gespreksmethodiek die professionals inzicht en handvatten geeft om de motivatie bij cliënten te vergroten en gedrag van cliënten te veranderen.
Sinds de integrale bekostiging van de diabetische voetzorg werken pedicures nog meer samen met podotherapeuten. Goede communicatie is daarbij erg belangrijk. Wat werkt wel en wat werkt niet als het gaat om het in stand houden van een goede samenwerking? Coach Ingrid Bannink vertelt over de valkuilen en pedicures en podotherepeuten vertellen over hun ervaring.
Pedicures krijgen regelmatig te maken met wondjes en wonden. Behandelen mag niet, maar observeren en rapporteren kan de cliënt ook helpen (zie het artikel ‘Wondherkenning en wondgenezing’ in Podopost nummer 8). Met deze drie apps voor zowel Apple als Android kunt u snel informatie over de diverse wonden opzoeken.
Wondwijzer
Aan de hand van het wondzorgkaartje (WCS classificatie) geeft u aan met wat voor wond u te maken heeft. Ook geeft u aan of de wond diep of oppervlakkig is en hoe vochtig de wond is. De app geeft vervolgens advies over de verzorging van de betreffende wond: welke materialen en hoe deze te gebruiken of aan te brengen. De aangeraden materialen zijn allemaal van dezelfde fabrikant. Deze fabrikant, BSN Medical, zit ook achter de totstandkoming van de app.
Wondadviseur app
Deze app geeft product- en behandelingsadviezen voor de meest voorkomende wonden via het zogenaamde WCS wond-behandelingsprotocol. Het geeft een kort en duidelijk wondadvies dat u vanuit de app naar uzelf of naar andere wond-professionals kunt sturen. Het wondadvies dat wordt gegeven in de app is onderbouwd, de referenties hiervoor staan in de app vermeld. De app biedt verschillende zoekopties: 1. Indicatie (de meest voorkomende indicaties worden besproken), 2. WCS model (wondzorgkaartje / kleur en vochtproductie), 3. Producten zoeken. De aangeraden materialen zijn allemaal van dezelfde fabrikant. Deze fabrikant, ConvaTec, zit ook achter de totstandkoming van de app.
Wond Zorg App
De Wond Zorg App van Boomerweb is speciaal voor organisaties. Met deze app kunnen meerdere zorgverleners één complexe wond centraal behandelen. U kunt per wond een map aanmaken, rapporteren en collega-zorgverleners uitnodigen in de map. Ook kunt u het verloop gemakkelijk aan de cliënt laten zien. Zo is iedereen altijd op de hoogte van het verloop van de behandeling en de genezing. De Wond Zorg App vervangt het kleurenpalet, wattenstaafje, ruitjespapier en liniaal en voegt hier zelfs nog een actueel uitvoeringsverzoek aan toe. Het verloop van de wondzorg wordt online geleverd en bewaard op een manier die voldoet aan de NZA eisen. Meer over deze app is te vinden op de website van Boomerweb.
De apps zijn voor Apple te downloaden via de App Store, voor Android via Google Play.
Op 27 augustus was op de website van Metro onder de rubriek lifestyle een bericht te lezen met als kop: ‘Nagellak kan overgewicht veroorzaken’. De auteur verwees naar onderzoek van de Amerikaanse Duke University samen met de Environmental Working Group (EWG). Aangezien ook menig pedicure het lakken van nagels aanbiedt, ging Podopost op onderzoek uit.
Het onderzoek van de Duke University en de EWG waarna Metro verwijst, blijkt al gepubliceerd te zijn in oktober 2015. Het onderzoek vermeldt dat in 49 procent van ruim 3000 nagelprodukten de stof trifenylfosfaat of TPHP gebruikt wordt. Deze stof zorgt ervoor dat de nagellak in het potje vloeibaar blijft en dat het product goed hecht aan de nagelplaat. De stof komt ook voor in plastics en als brandvertrager in foam meubels. TPHP wordt in verband gebracht met hormoonontregeling, met als belangrijkste symptoom obesitas. Uit het onderzoek is gebleken dat bij het lakken van de nagels TPHP het lichaam indringt. 10 tot 14 uur na het nagels lakken van proefpersonen, troffen de onderzoekers een verhoogde concentratie van diphenylfosfaat (DPHP) in de urine aan. DPHP is een afbraakproduct van TPHP.
Reacties van bekende nagellakmerken
Podopost vroeg Orly en O.P.I., twee in de pedicurebranche bekende merken, om een reactie.
Patty Soelen (brandmanager Orly): “Gelooft u werkelijk wat in Metro staat”, luidt de eerste reactie. Om te vervolgen met: “Onze producten zijn in 2015 nog goedgekeurd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Ik ga die rapporten opvragen en als de stof vermeld staat, zal ik navragen waarom die is toegestaan als die schadelijk is. U hoort nog van ons.” Tot op heden heeft de redactie niets meer vernomen van Orly.
O.P.I. verwijst voor een reactie naar de branchevereniging, de Nederlandse Cosmetica Vereniging. Lonneke Jongmans van de desbetreffende vereniging en daar verantwoordelijk voor wetenschappelijke en wettelijke aangelegenheden reageert desgevraagd als volgt: “Het onderzoek van de Amerikaanse Duke University toont niet aan dat TPHP in nagellak een risico voor de gezondheid oplevert. Ten eerste is in de urine van de proefpersonen naar DPHP gekeken. TPHP wordt in het lichaam afgebroken tot DPHP. De bevinding geeft aan dat de biologische systemen van de proefpersonen goed werken en dat de overgebleven afvalstoffen worden afgevoerd uit het lichaam. Ten tweede zijn de waargenomen hoeveelheden TPHP extreem laag. De wetenschappelijk vastgestelde niveaus TPHP die nodig zijn om negatieve gezondheidseffecten te veroorzaken kunnen nooit bereikt worden door het gebruik van nagellak.”
Jongmans vindt het belangrijk om te benadrukken dat de industrie en de overheden op de hoogte zijn van de bezorgdheid over mogelijke hormoonverstorende effecten van stoffen. “Als blijkt dat het gebruik van cosmetische producten een risico op hormoonverstorende effecten oplevert, dan mogen deze producten niet op de Europese markt verkocht worden. Dan had de Europese Commissie naar aanleiding van dit onderzoek vorig jaar echt wel opdracht gegeven aan het Europese Wetenschappelijke Comité voor Consumentenproducten (SCCS) voor verder onderzoek en dat is niet gebeurd.”
Petitie
Dat het onderzoek uit 2015 nu weer in de media naar voren komt, is doordat de EWG in augustus een petitie is gestart in Amerika om de stof uit de producten te verbannen. Naast in nagellakken zit de stof onder meer in zeep, shampoo en andere verzorgingsproducten.
Eindelijk mag u bij een gezondheidscentrum een presentatie over uw vak geven. Natuurlijk wilt u er alles aan doen om uw presentatie zo goed mogelijk te maken. U kunt een kort verhaal vertellen over wat u doet, maar meestal wilt u ook graag laten zien wat uw vak inhoudt. Een powerpointpresentatie biedt uitkomst. De technische kant van het maken van een presentatie laten we hier buiten beschouwing.
1. Bepaal uw boodschap
Bepaal voordat u uw presentatie maakt wie uw toehoorders zijn, wat hun belangen zijn en welke boodschap ze na afloop moeten onthouden. Dat is het vertrekpunt van uw verhaal.
2. Maak er geen (voor)leessessie van
Zorg voor een inspirerend verhaal. Niets is zo saai als een presentatie waarbij de spreker letterlijk de tekst voorleest die op de dia staat. Bovendien werken dia’s met veel tekst averechts; uw toehoorders gaan de tekst lezen en luisteren niet meer naar wat u vertelt.
3. Wees kort en krachtig
Luisteraars kunnen meestal 20 minuten geconcentreerd luisteren, daarna verslapt de aandacht. Beperk de presentatie dus tot plusminus 20 minuten. Beperk de tekst per dia (gebruik kernwoorden – zie ook tip 4 – of enkele korte zinnen). U hoeft niet alles tot in details te vertellen, besteed liever wat meer tijd aan zaken waarvan het echt van belang is dat uw toehoorders die onthouden. Beperk ook het aantal dia’s dat u opneemt in uw presentatie. Voor 20 minuten kunnen 10 dia’s al voldoende zijn.
4. Wees zuinig met bullet points
Er is een maximum aan het aantal opsommingen dat mensen kunnen onthouden. Een of twee opsommingen per presentatie is genoeg. Een goed verhaal blijft beter hangen dan 10 opsommingen. Kies in plaats van de opsommingen bijvoorbeeld voor een krachtig beeld. Zeker als het doel van uw presentatie is om te laten zien wat u voor cliënten kunt betekenen. Bijvoorbeeld door een foto van vóór en een foto van na een behandeling te laten zien.
5. Houd de layout rustig
Door de layout rustig te houden, voorkomt u dat mensen van uw verhaal worden afgeleid. Gebruik een vast template, liefst met uw eigen huisstijl of logo. Beperk ook het aantal animaties (bijvoorbeeld niet overal invliegende lettertypes bij de overgang naar een nieuwe dia). Overigens is het raadzaam om voor presentaties op een groot scherm een donkere achtergrond met een lichtere kleur letter te gebruiken. Uit onderzoek is gebleken dat het voor mensen minder fijn is om lang naar een witte achtergrond met zwarte letters te kijken.
6. Wees consistent in lettergebruik
Gebruik maximaal 2 verschillende lettertypen (het liefst in een zelfde serie), niet meer dan 2 lettergrootten (minimale lettergrootte is 30 pt., maar liefst groter) en maximaal 2 verschillende letter kleuren.
7. Gebruik een schreefloze letter voor goede leesbaarheid
Voor tekst op een scherm lezen schreefloze lettertypes het prettigst. Dat zijn lettertypes die geen dwarsstreepjes (balkjes) aan de uiteinden van de letter hebben en die een gelijke dikte voor iedere letter hebben. Een schreefloze lettertype is bijvoorbeeld Arial. Schreefletters, zoals Times New Roman, hebben balkjes of streepjes aan de uiteindes van de letters en zijn minder prettig leesbaar op het scherm.
Een voorbeeld van een schreefletter. De rode lijnen laten zien waar de balkjes bij de uiteindes van de letters zitten.
8. Oefen uw presentatie
Als uw presentatie af is, oefen deze dan thuis, zodat het goed in uw hoofd zit. Zo raakt u ook niet in paniek als de techniek u tijdens de presentatie in de steek laat. Sta thuis eventueel voor de spiegel en spreek uw presentatie hardop uit. U kunt uw presentatie ook opnemen. Luister terug en luister hoe uw intonatie is, of u goed verstaanbaar bent, of u niet te snel spreekt, of er woorden zijn waarover u struikelt (kies dan andere woorden). Neem ook de tijd op, zodat u kunt controleren of u presentatie binnen de beschikbare tijd past. Pas indien nodig uw presentatie aan.
Olifant Shanti in de Washington National Zoo heeft een paar Teva schoenen aangemeten gekregen van ongeveer schoenmaat 68. Niet uit mode-overwegingen, maar omdat Shanti ernstige last van artritis heeft. Door het gewicht van zo’n 4.000 kilo scheurden de nagels van de voorpoten in en ontstonden er pijnlijke kloven in de huid.
In eerste instantie probeerden de verzorgers de artritis te verhelpen met een dagelijkse pedicurebehandeling en ontstekingsremmende medicijnen. Omdat dat niet hielp werd een alternatieve behandeling gezocht. Uit bloedonderzoek bleek dat Shanti een tekort aan bepaalde proteïnen had. Dat tekort is met injecties op te lossen, maar daarnaast moeten de voorpoten/voeten ingesmeerd worden met medicijn dat enkele uren moet inwerken. Ook moet voorkomen worden dat vuil in de wonden trekt.
De oplossing is een paar maatschoenen voor de voorpoten. Qua uiterlijk lijken ze nog het meest op een uit de kluiten gewassen vogelbad van rubber. De schoenen zijn door fabrikant Teva gemaakt aan de hand van 3D-scans van Shanti’s poten. Niet helemaal nieuw voor het bedrijf: in 2004 werd al een paar schoenen voor een andere olifant gemaakt en in 2011 werd een minuscuul sandaaltje voor een pinguïn gemaakt.
Shanti zelf lijkt, na een voorzichtige inloopperiode, zeer tevreden met haar schoenen.
Belgische wetenschappers hebben ontdekt hoe chronische peesontstekingen ontstaan. Macrofagen, een bepaald type witte bloedcellen, spelen hier een belangrijke rol bij. Deze ontdekking is een doorbraak, omdat chronische peesontstekingen mede aan de basis liggen van ontstekingsreuma, één van de belangrijkste oorzaken van invaliditeit.
Naar schatting één procent van de bevolking leidt aan ontstekingsreuma, maar tot nu toe was het mechanisme achter het ontstaan van de ontstekingen onbekend. Professor Dirk Elewaut (VIB-UGent/UZGent) en professor Geert Van Loo (VIB-UGent) ontdekten dat macrofagen een belangrijke rol spelen bij het ontwikkelen van chronische peesontstekingen. Macrofagen, letterlijk vertaald ‘veelvraten’, zijn witte bloedcellen die lichaamsvreemde microben en schadelijke stoffen in ons lichaam aanvallen. Deze witte bloedcellen zijn een essentieel onderdeel van ons immuunsysteem, maar het Belgische onderzoeksteam zag dat als die macrofagen een bepaald eiwit (A20) missen, ze tot peesontstekingen kunnen leiden. Gelukkig bestaat er een behandeling, een zogenaamde JAK-inhibitor, waarmee de artsen de ontsteking kunnen aanpakken.
“Onze bevindingen onderstrepen het belang van macrofagen in het ontstaan van peesontstekingen en de mogelijkheid om ze te behandelen met JAK-inhibitors”, zegt Elewaut. “Zulke inhibitors zijn momenteel in bepaalde landen beschikbaar voor de behandeling van reumatoïde artritis.” De wetenschappers zijn ervan overtuigd dat deze ontdekking op termijn de behandeling van de ziekte kan bevorderen. Niet alleen bij reumatoïde artritis, maar ook bij andere vormen van ontstekingsreuma.