Dit laten nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek zien. “Vallen is de meest voorkomende oorzaak van niet-natuurlijk overlijden in Nederland”, concludeert het CBS. Van de overledenen had meer dan de helft een heupfractuur na de val. Een op de vijf slachtoffers had een hoofdwond. Het zijn vooral ouderen die overlijden door een valongeluk: 15 procent van de overledenen was tussen 70 en 80 jaar, 45 procent was tussen 80 en 90 jaar en 36 procent was 90 jaar of ouder. Dat betekent dat slechst een op de twintig overledenen jonger dan 70 was. Gemiddeld waren de mannen die overleden na een val 83 jaar oud en vrouwen 87 jaar.
Bevolking wordt ouder
De groei van het aantal dodelijke valongelukken verklaart het CBS uit het feit dat de bevolking ouder wordt. Van alle mensen die vorig jaar een niet-natuurlijke dood stierf was dat in 63 procent door een valongeluk. Tien jaar geleden veroorzaakten valongelukken nog 48 procent van de niet-natuurlijke sterfte.
Val in zorginstelling
Ongeveer 4.250 mensen die in 2024 stierven door een valongeluk woonden in een zorginstelling. Van alle mensen die in een instelling stierven was in 7,3 procent de oorzaak een accidentele val. Dat is meer dan een verdubbeling ten opzichte van tien jaar geleden.
Deze week is het ‘valpreventieweek’.