Home Blog Pagina 70

Pdf Podopost, nr. 2, maart 2020

Het thema van Podopost nr. 2 is diabetes. De casus gaat over medisch noodzakelijke diabetische voetverzorging bij een oudere cliënte. Brancheorganisaties ProVoet en de NVvP maken de balans op hoe de samenwerking in de diabetische voetzorg tot nu toe verloopt. Ook zoomen we in op de uitslag van de peiling die Podopost heeft gehouden onder pedicures over samenwerking in de diabetische voetzorg. We zetten de aandachtspunten van veelvoorkomende voetklachten bij basketbal op een rij. En een pedicure en podotherapeut vertellen over hun samenwerking.

Welke ondersteuningsmaatregelen zijn er voor pedicures tijdens de coronacrisis?

Een uitkering van 3 maanden voor zzp’ers en mkb’ers

Er komt een tijdelijke regeling voor inkomensondersteuning voor zzp’ers en mkb’ers met een levensvatbaar bedrijf dat tijdelijk in de knel zit. Met de regeling kunnen zzp’ers bij hun gemeente een aanvullende uitkering voor levensonderhoud aanvragen. De ondersteuning bedraagt maximaal € 1500 netto per maand. Het streven is het aanmeldproces binnen 4 weken na aanmelding af te ronden. De maatregel gaat met terugwerkende kracht in per 1 maart 2020 en duurt vooralsnog tot 1 juni 2020.

Compensatieregeling: €4000 voor direct getroffen ondernemers

Bedrijven die door de coronamaatregelen hun omzet grotendeels of volledig zien verdampen, krijgen op korte termijn een vaste tegemoetkoming van € 4.000 als noodvoorziening (dat geldt voor de komende 3 maanden). Het gaat vooral om bedrijven in de horeca, de reisbranche, de evenementenbranche en de culturele sector. Maar ook voor sectoren die in de problemen komen door de 1,5 meter afstandseis. Voorwaarde is wel dat de onderneming buiten de eigen woning is. Brancheorganisaties ProVoet en Anbos (de brancheorganisatie van schoonheidsspecialisten) hebben een dringend beroep gedaan op de overheid om de financiële hulp ook aan te bieden aan ondernemers met een praktijk aan huis. Het is nog niet bekend of de overheid tegemoet komt aan deze oproep.

Uitstel betalen belasting

Getroffen ondernemers kunnen uitstel van belastingbetaling aanvragen. De Belastingdienst stopt de invorderingen dan direct. Dit geldt voor de inkomsten-, vennootschaps-, loon- en omzetbelastingen (btw). Eventuele verzuimboetes voor te laat betalen, hoef je niet te betalen. De invorderingsrente wordt tijdelijk verlaagd van 4% naar bijna 0%. Dit geldt voor alle belastingschulden. Ook de belastingrente gaat tijdelijk naar bijna 0%.

Verlaging voorlopige aanslag

Pedicures kunnen online ook hun voorlopige aanslag wijzigen via ‘Mijn Belastingdienst’. Je betaalt dan direct minder belastingen. Maar let op: als je nu je voorlopige aanslag aanpast en aangeeft dat je de rest van het jaar geen winst meer verwacht, kan je bij jouw definitieve aanslag een forse naheffing krijgen als je dit jaar toch meer winst blijkt te hebben gemaakt dan je van tevoren dacht.

Lenen onder gunstigere omstandigheden

Om te voorkomen dat bedrijven door de coronacrisis liquiditeitsproblemen krijgen zijn de regels voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) versoepeld. Deze aangepaste regeling wordt de BMKB-C genoemd en is per 16 maart van kracht. Met de maatregel kunnen bedrijven tot 1 april 2020 onder gunstiger voorwaarden geld lenen bij de bank.

Banken verlenen uitstel

Een aantal banken heeft in navolging van de overheid een aanvullende maatregel aangekondigd om kleinere ondernemers te ontzien. Gezonde bedrijven krijgen van de banken 6 maanden uitstel op hun leningen tot 2,5 miljoen euro. Het gaat om klanten van ABN-AMRO, ING, Rabobank, de Volksbank en Triodos Bank.

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW)

Ben je als pedicure tevens werkgever en verwacht je minimaal een omzetverlies van 20% dan kun je mogelijk gebruikmaken van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW). Deze noodmaatregel vervangt de regeling Werktijdverkorting (Wtv), waardoor je nu geen werktijdverkorting meer kunt aanvragen. Als werkgever kun je met de nieuwe regeling een aanvraag indienen bij het UWV voor een tegemoetkoming in de loonkosten (voor tenminste 3 maanden met mogelijkheid tot verlenging met 3 maanden), en hiervoor van het UWV een voorschot ontvangen.


Meer info, zie:
www.debelastingdienst.nl
www.kvk.nl
www.provoet.nl
https://www.rvo.nl/subsidie-en-financieringswijzer/borgstelling-mkb-kredieten-bmkb/deelnemen-als-financier

 

 

 

 

 

Ben je huur verschuldigd voor je praktijkruimte bij sluiting door coronacrisis?

Heel vaak zijn de huurovereenkomsten voor praktijkruimtes gesloten op basis van standaardmodellen (de zogenoemde ROZ-modellen die zijn opgesteld door de Raad voor Onroerende Zaken) met de daarbij behorende algemene bepalingen. De VvAA gaat bij beantwoording van vragen over huren van praktijkruimtes uit van deze meest gangbare situatie, dus een huurovereenkomst voor kantoorruimte op basis van een standaard ROZ-model met bijbehorende algemene bepalingen (hierna: AB genoemd). De diverse maatregelen die vanuit de overheid vanwege het coronavirus zijn opgelegd, hebben gevolgen voor diverse praktijkruimtes. Voor sommige zorgpraktijken (vaak betreft het huurders in een verzamelgebouw) geldt dat zij geconfronteerd worden met een verhuurder die het pand (en dus het gehuurde) geheel of gedeeltelijk afsluit op last van de overheid. Vaak gaat het dan om een verhuurder/hoofdhuurder die zelf een sportclub of restaurant uitbaat.

Geen ‘gebrek’

Op de vraag ‘Ben ik huur verschuldigd als ik mijn gehuurde praktijk niet of niet goed kan gebruiken?’ luidt het antwoord ja, zo schrijft de VvAA op haar site. Je bent in principe ‘gewoon’ huur verschuldigd en hebt geen recht op huurprijsvermindering of schadevergoeding. Enkel in het geval van een ‘gebrek’ aan de gehuurde ruimte kan de huurder onder strikte voorwaarden aanspraak maken op huurkorting en/of schadevergoeding. Een ‘gebrek’ is een toestand of kenmerk van de gehuurde ruimte of een andere omstandigheid die niet aan de huurder is toe te rekenen en waardoor de huurder niet het genot heeft van de gehuurde ruimte dat hij mocht verwachten. Verhuurder is verplicht een gebrek te verhelpen, tenzij het verhelpen van het gebrek onmogelijk is, of niet van de verhuurder kan worden gevergd. De gevolgen van de maatregelen met betrekking tot COVID-19 (het coronavirus) voldoen niet aan de voorwaarden om als ‘gebrek’ te worden beschouwd.

Situatie van overmacht

Als de verhuurder op last van de overheid gehouden is het gehuurde (of het pand waarvan het gehuurde deel uitmaakt) te sluiten, dan is de verhuurder daarvoor in beginsel niet aansprakelijk. Dit is een omstandigheid die niet voor rekening van de verhuurder dient te komen. Een recessie, economische crisis of een situatie van overmacht worden in beginsel beschouwd als omstandigheden waarmee een huurder rekening moet houden bij het sluiten van een huurovereenkomst, althans betreft het een omstandigheid die niet voor rekening en risico van de verhuurder komt. Dergelijke omstandigheden worden beschouwd als onderdeel van het normale ondernemersrisico van een huurder, aangezien het ontbreken daarvan door de huurder niet redelijkerwijs kan worden verwacht. COVID-19 en de gevolgen daarvan zijn te beschouwen als een situatie van overmacht.

Geen verzuim van de verhuurder

In de AB bij huurovereenkomst op grond van de ROZ-modellen is daarnaast opgenomen dat een gebrek niet kan leiden tot een vordering tot huurverlaging en/of schadevergoeding. Dit is alleen anders indien er sprake is van een ernstige tekortkoming die te wijten is aan de verhuurder of als er sprake is van verzuim van de verhuurder om een dergelijk gebrek binnen een redelijke termijn te verhelpen.

Bron: VvAA

(Medisch) pedicures zeer tevreden over opleiding, maar behoefte aan meer praktijkervaring

Over het algemeen zijn (medisch) pedicures zeer tevreden over de gevolgde opleiding, examens en opleidingsinstituten, zo blijkt uit het tevredenheidsonderzoek. Het grootste deel van de afgestudeerden vindt in de voetverzorging een droombaan en ze zijn goed geschoold en klaar voor de arbeidsmarkt. Meer (medisch) pedicures geven aan dat de examens gebaseerd zijn op de ‘echte’ beroepspraktijk. Wat een graadmeter kan zijn van validiteit van de examens.

Meer praktijkuren

De gediplomeerden geven aan dat de opleiding tot medisch pedicure goed aansluit op de opleiding tot pedicure. De voornaamste redenen waarom pedicures doorleren zijn baanzekerheid, meer kennis en vaardigheden op kunnen doen en interessanter en uitdagender werk. Een deel van de pedicures en medisch pedicures gaf aan dat ze graag meer praktijk hadden willen hebben in de opleiding. Vooral omdat ze wel vaardigheden en technieken hebben geleerd, maar niet alle voorkomende voetaandoeningen onder ogen hebben gehad. Ook geven diverse ondervraagden aan dat ze het examen als (zeer) stressvol hebben ervaren, met al het geregel dat erbij komt kijken.

Aanbevelingen voetzorg

TCI heeft op basis van de uitkomsten aanbevelingen geformuleerd. Veel (medisch) pedicures blijken na het behalen van het diploma het gevoel te hebben dat ze ‘in het diepe’ worden gegooid. Velen vragen zich onzeker af of ze het wel kunnen, of ze het wel weten, of constateren dat ze diverse aandoeningen pas in de praktijk voor het eerst zien. Zowel opleiders, exameninstellingen als brancheorganisatie kunnen dit verbeteren.

Meer modellen

Opleiders kunnen in de opleiding meer ruimte inrichten om ervaringsuren te maken bij de behandeling van diverse voettypes en voetaandoeningen. Niet alleen aandacht besteden aan de toepassing van de techniek, maar ook aan de toepassing van de techniek op veel verschillende modellen/cliënten.

Andere manier van toetsen

Exameninstellingen kunnen toetsvormen inzetten die niet kijken naar één behandeling van één model op één moment op één locatie, maar naar de toepassing van een techniek op meerdere diverse modellen/cliënten en wellicht meten hoe een vervolgbehandeling en de bijbehorende administratie en contact met de zorggroep verloopt.

Begeleiden van starters

De brancheorganisatie kan startende beroepsbeoefenaars begeleiding bieden bij de beroepsuitoefening bij specifieke praktijksituaties/voeten. Ook kunnen zij een hulplijn opzetten voor inhoudelijke praktijkvragen van pedicures, en pedicures coachen bij het opbouwen van een klantenbestand.


Waarom dit onderzoek?

TCI vormt een belangrijke brug tussen onderwijs en bedrijfsleven en stelt de examenkaders hierop af. Zij heeft dit tevredenheidsonderzoek gehouden omdat de mate van succes van de gediplomeerden kan zorgen voor aanpassing van de examinering. De onderwijsinstellingen die werken met TCI krijgen door het onderzoek belangrijke terugkoppeling hoe gediplomeerden terugkijken op de gevolgde opleiding.


Bron: Tevredenheidsonderzoek gediplomeerden 2014-2019, stichting ToetsCentrum Intereducatief

Gratis boekje ‘Bewegen zonder pijn’ voor mensen met reuma

Het boekje – dat gratis als pdf is te downloaden –  geeft informatie over diverse reumasoorten, de reguliere behandelingen, en regelmatig gebruikte natuurlijke- en kruidenmiddelen ter ondersteuning van pijnvermindering, zoals groenlipmossel en curcumine. Daarbij is ook goed gekeken in hoeverre er bewijs is uit wetenschappelijke onderzoeken voor werkzaamheid van de natuurlijke middelen voor pijnvermindering bij diverse reumatische aandoeningen. Achterin het boekje wordt verwezen naar de gebruikte bronnen (onderzoeken).

Geïnteresseerden kunnen het boekje hier downloaden >>

Bron: www.bewegenzonderpijn.com

Gebruik meerdere testen voor onderzoek sensibiliteit bij diabetes

Onderzoekers van de Universiteit van Newcastle in Australië hebben de inter- en intra-beoordelaarsbetrouwbaarheid onderzocht van verschillende testen om de protectieve sensibiliteit en de vibratieperceptie vast te stellen bij mensen met Diabetes Mellitus type-II.

Diverse methoden getest

In het onderzoek werden verschillende methoden getest. De protectieve sensibiliteit werd getest met een 10-grams monofilament op 4 en 10 locaties. De vibratieperceptie werd alleen getest op de rechter hallux. Hiervoor werd gewerkt met:
– een Neurothesiometer
– een instelbare 64Hz-stemvork (graduated tuning fork) en
– met een reguliere 128-Hz stemvork.

De metingen werden uitgevoerd door 3 podotherapeuten met wisselende mate van ervaring.

Metingen

50 deelnemers namen deel aan de eerste metingen met het monofilament en de neurothesiometer en 44 kwamen er terug voor de hertest. Er waren 24 deelnemers voor de metingen met de stemvorken en zij kwamen allemaal terug voor de hertest. De inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid van alle testen werd als acceptabel beschouwd door de auteurs waarbij de waarden varieerden.

Resultaat

De monofilamenten waren betrouwbaarder bij de 10-locatie test dan bij de 4-locatie test. De Neurothesiometer bleek het meest betrouwbaar voor het bepalen van vibratie perceptie, waarbij de instelbare stemvork iets betrouwbaarder bleek dan de reguliere stemvork. Het effect van ervaring van de podotherapeut op de betrouwbaarheid van de test was marginaal. De auteurs raden aan om meerdere verschillende testen te gebruiken om de betrouwbaarheid verder te verhogen.

Bron: Non-invasive assessment of vibration perception and protective sensation in people with diabetes mellitus: inter- and intra-rater reliability

Experimenteel ontwerp gemaakt van 3D-geprinte inlegzool die druk meet

In een artikel van Koreaanse onderzoekers wordt aangetoond dat het mogelijk is om 3D-printen te gebruiken voor het printen van een drukmetende inlegzool. Dat betekent dat tijdens het printen van de flexibele inlegzool er tegelijkertijd een drukgevoelige sensor wordt geprint en de verbindende elektrische bedrading wordt geprint van geleidende materialen. Dat betekent dus ook dat er verschillende materialen tegelijkertijd geprint moeten worden.

Gekalibreerde zolen

In het artikel laten de onderzoekers zien dat ze er in geslaagd zijn om een dergelijke inlegzool te maken. Bovendien hebben ze de zool ook gekalibreerd. Hieruit blijkt dat hoe hoger de druk op de sensoren wordt, hoe lager het voltage wordt dat wordt gemeten. Daarna is de zool getest en daaruit blijkt dat er ook daadwerkelijk drukken te meten zijn met deze inlegzool. Het betreft hier nog wel een experimenteel ontwerp met maar 3 sensoren, een onder de hiel, een onder de mediale voorvoet en een onder de laterale voorvoet. Deze techniek is nog niet voor standaardgebruik beschikbaar.

Bron: Journal of Mechanical Science and Technology

Verandering in btw-regelingen: van KOR naar OVOB

De KOR

De Kleine Ondernemersregeling, oftewel de KOR, hield in dat je minder of in het geheel geen btw hoefde af te dragen aan de belastingdienst in een jaar. Is de verschuldigde btw minder dan € 1.345, dan mag je dit houden. Is het bedrag tussen de € 1.345 en € 1.883, dan kreeg je een vermindering volgens de formule KOR = (2,5 x (1.883 – verschuldigde btw).


Voorbeeld 1
Omzet exclusief btw € 16.000
Btw (over deze omzet) € 3.360
Voorbelasting  (op de kosten) € 1.735  

Verschuldigde btw is € 3.360 – € 1.735 = € 1.625

De KOR: (2,5 x (€ 1.883 – € 1.625)) = € 645. Dit bedrag mocht je in mindering brengen op het bedrag dat je aan de belastingdienst moest afdragen. Wel meenemen in de winst!


De KOR had een aantal nadelen:

  • Ook grote ondernemingen met een hoge omzet konden gebruik maken van de KOR;
  • De KOR was alleen voor natuurlijke personen;
  • Voor het toepassen van de KOR zijn er af en toe ingewikkelde berekeningen nodig;
  • De ondernemer die voornamelijk met het tarief van 9% verkoopt zal eerder in; aanmerking komen voor de KOR dan die met 21%.

De OVOB (vaak nieuwe KOR genoemd)

Per 1 januari is er dan de opvolger van de KOR: de Omzetgerelateerde Vrijstellingsregeling OmzetBelasting oftewel de OVOB. Bij de nieuwe regeling kan de pedicure bij een omzet in een kalenderjaar lager dan € 20.000 kiezen voor de OVOB. Als de pedicure kiest voor de OVOB, dan mag zij geen btw meer in rekening brengen aan haar afnemers. Daar staat tegenover dat de btw die leveranciers in rekening brengen niet meer in aftrek kan worden gebracht.

Voor de berekening van de omzetgrens tellen o.a. de volgende vergoedingen:

  • In Nederland verrichte btw -belaste leveringen van goederen en diensten;
  • De levering en verhuur van onroerende goederen;
  • Diverse financiële diensten;
  • Uitvoer van goederen (buiten de EU);
  • Intracommunautaire levering van goederen (naar andere EU-landen).

Voor de berekening van de omzetgrens wordt o.a. niet meegenomen:

  • Overige btw -vrijgestelde omzet bij bijvoorbeeld de medische of onderwijsvrijstelling;
  • De levering van in het bedrijf gebruikte investeringsgoederen;
  • Intracommunautaire diensten.

Nederland heeft gekozen voor een omzetgrens van € 20.000. In België geldt er een omzetgrens van € 25.000, in Duitsland € 17.500, in Luxemburg en Oostenrijk € 30.000 en in het verenigd koninkrijk € 95.000.

Aanmelden

Een pedicure kan dus kiezen om de OVOB toe te passen, maar hoeft dit niet. Als de pedicure denkt dat deze in het kalenderjaar onder de omzetgrens van € 20.000 blijft, dan kan met het formulier “Melding Omzetbelasting Kleineondernemersregeling” de toepassing van de nieuwe KOR aangemeld worden. De melding moet worden gedaan uiterlijk 4 weken voor de aanvang van het btw-tijdvak waarover de pedicure de OVOB wil toepassen. Dus als je per 1 juli 2020 de OVOB wilt laten toepassen, dan moet je uiterlijk 2 juni 2020 de melding doen.

Geldigheidsduur toepassen OVOB

De keuze voor toepassing van de OVOB geldt voor tenminste 3 jaar tenzij de omzetgrens tussentijds wordt overschreden. Bij het overschrijden van de omzetgrens van € 20.000 is de pedicure direct weer btw-plichtig volgens de normale btw-regels. Vanaf dat moment brengt de pedicure weer btw in rekening en kan de betaalde btw weer terugvragen. De pedicure moet nu weer de normale btw-regels toepassen voor een periode van minstens 3 jaar na het tijdvak waarin de omzetgrens is overschreden. Pas daarna kan eventueel weer voor de OVOB gekozen worden.

Vanwege het punt van overschrijden van de omzetgrens is het belangrijk om de omzet bij te houden. Zeker als de omzetgrens in het zicht komt. De eerste dienst of levering waarmee de omzetgrens wordt gepasseerd, is dan tevens de eerste belaste omzet.

Welke voordelen heeft de OVOB:

  1. Minder administratieve lasten
  2. Kan meer winst opleveren
  3. Geen btw-aangiftes meer
  4. Ook voor bv’s, stichtingen en verenigingen beschikbaar

Invloed van OVOB op de winst

Ik denk dat vooral punt b. toelichting vereist. Maar laat ik eerst een voorbeeld geven hoe de OVOB kan uitwerken op de winst. Stel dat je in 2019 recht had op het volle bedrag van de KOR en dat was € 1.345. Dan zal blijken dat met het toepassen van de OVOB er in feite weinig veranderd.


Voorbeeld 2
Cijfers van 2019 met toepassing van de KOR (het volledige bedrag)
Omzet exclusief btw € 15.000
Btw (over deze omzet) € 3.150
Voorbelasting  (op de kosten) € 1.805
Kosten € 8.595 

Winst: € 15.000 – € 8.595 + € 1.345 (KOR) = € 7.750


Voorbeeld 3
Cijfers van voorbeeld 2 maar nu met toepassing van de OVOB
Omzet € 18.150
Kosten € 10.400

Winst € 18.150 – € 7.871 = € 7.750


Als de pedicure bij volledige teruggaaf beslist dezelfde winst met toepassing van de OVOB wil behalen, dan is het onverstandig de verkoopprijzen te verlagen. Je hebt immers geen recht meer op een KOR-bedrag en je kan de btw niet terugvorderen. Het lijkt namelijk een aantrekkelijk idee om met de prijs te concurreren op ondernemers die wel btw moeten berekenen, maar je zal behoorlijk meer omzet moeten bewerkstelligen om een gelijk resultaat te behalen.

Ik ga terug naar voorbeeld 1 waar de pedicure niet van het volledige bedrag aan KOR kan genieten, maar met een vermindering volgens de KOR-formule.


Voorbeeld 4
Cijfers van 2019 met gedeeltelijke vermindering van de KOR
Omzet exclusief btw € 16.000
Btw (over deze omzet) € 3.360
Voorbelasting  (op de kosten) € 1.735
Kosten € 8.262 

Winst: € 16.000 – € 8.262 + € 645 (KOR) = € 8.383


Stel dat de pedicure bij voorbeeld 4 kiest voor de OVOB en de verkoopprijzen blijven gelijk inclusief de btw. De btw bij de inkoop is niet meer terug te vorderen en behoort nu tot de kosten.


Voorbeeld 5
Cijfers van voorbeeld 4 met OVOB en verkoopprijzen op basis van (voormalig) inclusief.
Omzet € 19.360
Kosten € 9.997                                                                                    

Winst: € 19.360 – € 9.997 = € 9.363


Dit is een duidelijke toename van de winst door gebruik te maken van de OVOB. Door de verkoopprijs onveranderd te laten wordt de winst door het toepassen van de OVOB hoger. Dit wordt nog hoger als het bedrag van de oude KOR kleiner wordt.

Stel dat de pedicure ervoor kiest om de prijs aan te passen naar het exclusieve tarief.


Voorbeeld 6
Cijfers van voorbeeld 4 met OVOB en verkoopprijzen op basis van (voormalig) exclusief.
Omzet € 16.000
Kosten € 9.997                                                                                    

Winst: € 19.360 – € 9.997 = € 6.003


Bij voorbeeld 5 kan de pedicure de prijzen onveranderd laten omdat deze (nagenoeg) uitsluitend particulieren klanten heeft. Voor de particulier zijn er namelijk geen gevolgen of de pedicure wel of niet gebruik maakt van een KOR of OVOB. Het toepassen van de OVOB is dan aantrekkelijk en heeft een positief effect op de winst.

Voorbeeld 6 zou een voorbeeld kunnen zijn als de pedicure (nagenoeg) uitsluitend zakelijke klanten als afnemer heeft. De zakelijke klant (btw-ondernemer) kijkt alleen naar de exclusief-prijs, want de btw kan teruggevorderd worden als voorbelasting. De winst wordt fors minder.


Voorbeeld 7
Cijfers van voorbeeld 4 maar geen toepassing van de OVOB
Omzet exclusief btw € 16.000
Btw (over deze omzet) € 3.360
Voorbelasting  (op de kosten) € 1.735
Kosten € 8.262 

Winst: € 16.000 – € 8.262 = € 7.738


De winst is nu lager dan de situatie in 2019 (voorbeeld 4), maar in ieder geval beter dan met het toepassen van de OVOB (voorbeeld 6).

Welke nadelen heeft het toepassen van de OVOB:

A. Bij grote investeringen of uitgaven kan de btw hiervan niet teruggevraagd worden;
B. Niet meer mogelijk om te opteren voor btw-belaste verhuur voor onroerend goed;
C. Mogelijke herziening van de btw van grote investeringen die in de afgelopen jaren verricht zijn;
D. Facturatie aan zakelijke afnemers.

A. Bij grote investeringen of uitgaven kan de btw hiervan niet teruggevraagd worden

Het kan verstandig zijn om grote btw-belaste investeringen en uitgaven te verrichten voorafgaand aan de melding om de OVOB toe te passen. Immers dan is de btw nog terug te vragen. Eenmaal in de OVOB kan dat niet meer. Dat kan een reden zijn om de OVOB (nog) niet toe te passen.

B. Niet meer mogelijk om te opteren voor btw-belaste verhuur voor onroerend goed

Verhuur van onroerend goed is vrijgesteld van btw (bijvoorbeeld het verhuren van een praktijkruimte). De verhuurder kan wel samen met de huurder opteren voor btw-belaste verhuur. Dat wil een verhuurder ook graag, anders heeft de verhuurder een probleem met de teruggaaf van zijn/haar voorbelasting. Denk aan het onderhoud van het pand, aankoop, et cetera. Dat opteren kan alleen als de huurder de onroerende zaak voor tenminste 90% gebruikt voor belaste omzet. Als je gebruik gaat maken van de OVOB is dit niet meer zo en zal je dit moeten bespreken met de verhuurder. Natuurlijk alleen als er op dit moment btw-belaste verhuur toegepast wordt.

C. Mogelijke herziening van de btw van grote investeringen die in de afgelopen jaren verricht zijn

Als een pedicure voor de OVOB kiest, komt de pedicure in een soort btw-vrijgestelde positie. De pedicure kan te maken krijgen met herziening, wat inhoudt dat een deel van de btw op investeringen van de periode voor de ingangsdatum van de OVOB terugbetaald moet worden. De jaarlijkse herziening is 1/5 deel van de btw op de aanschafkosten en er geldt een herzieningstermijn. Er is een overgangsregeling waarbij de ondernemer geen btw hoeft terug te betalen als deze op jaarbasis niet meer bedraagt dan € 500. Als je vanwege de herziening grote bedragen aan btw terug moet betalen, kan het voordeliger zijn niet gebruik te maken van de OVOB.

D. Facturatie aan zakelijke afnemers

Als je klantenkring bestaat uit voornamelijk zakelijke btw-ondernemers, dan kan de toepassing van de OVOB een probleem opleveren. Dit is te zien bij voorbeeld 6. De klant accepteert zeer waarschijnlijk de prijsverhoging niet als de inkoopprijs zonder btw hetzelfde blijft als eerder exclusief plus btw. Want nogmaals: de pedicure kan de btw nu niet meer terugvorderen bij de belastingdienst. Dan lijkt de keuze om geen gebruik te maken van de OVOB een betere keus. De keus is afhankelijk van de omzetverhouding particulier/btw -ondernemer.

Pedicure in de relatie met de podotherapeut

Ik spreek bij de ondernemer als klant bewust voor de btw-ondernemer. Want immers alleen een btw-ondernemer (een ondernemer die btw-belaste diensten en/of goederen levert) heeft de mogelijkheid om de btw die in rekening is gebracht door de leverancier terug te vragen van de belastingdienst. Een btw-vrijgestelde ondernemer (bijvoorbeeld een ondernemer die uitsluitend btw-vrijgestelde diensten levert) heeft deze mogelijkheid niet.

Podotherapeut is een wettelijk beschermd beroep dat valt onder de Wet BIG (Artikel 34) en de behandelingen van een podotherapeut zijn daarmee vrijgesteld van btw. De podotherapeut koopt diensten in bij een pedicure. Zoals ik eerder aangaf ondervindt een btw-vrijgestelde ondernemer geen verschil in kosten als de pedicure bijvoorbeeld € 48,50 factureert waarbij btw in rekening is gebracht, of hetzelfde bedrag zonder btw omdat de pedicure gebruik maakt van de OVOB.

Wellicht zal de podotherapeut aangeven dat niet alle behandeling/leveringen btw-vrijgesteld zijn, zoals de vervaardiging van zolen en ortheses, en dat dus wel een deel van de btw op kosten teruggevorderd kan worden. De podotherapeut is dan geen btw-vrijgestelde ondernemer maar een btw-ondernemer met een mix van btw-belaste en btw-vrijgestelde prestaties.

Maar in welke verhouding is dit dan? En is de inkoop van de dienst van een pedicure niet direct 1 op 1 gekoppeld aan de btw-vrijgestelde behandeling van de cliënt van de podotherapeut (behandelplan)? Als dat zo is, mag de podotherapeut de btw van de ingekochte dienst bij de pedicure niet als voorbelasting verrekenen.

De podotherapeut zal gaan onderhandelen met de pedicure als deze laatste aangeeft dat er gebruik zal worden gemaakt van de OVOB. Maar zomaar accepteren dat de prijs de voormalig exclusief prijs wordt, lijkt me toch wel erg kort door de bocht en kan een flinke hap nemen uit de winst van de betreffende pedicure. Heeft de podotherapeut hier überhaupt kennis van en/of begrip voor?

Het lijkt me zinvol om als pedicure samen met je podotherapeut open kaart te spelen om wederzijds begrip te krijgen en niet te kiezen voor koude onderhandelingen. De podotherapeut heeft zeer waarschijnlijk niet het inzicht wat de toepassing van de OVOB voor de pedicure betekent en de pedicure geen inzicht in de btw-perikelen van de podotherapeut. Maar nogmaals: zomaar de prijzen aanpassen naar exclusief btw lijkt me geen verstandige keuze.

Tot slot

De nieuwe regeling lijkt eenvoudig, maar heeft toch zeker haken en ogen. In onderstaand tabel een overzicht van de uitkomsten van de voorbeelden. Daarbij is de aanname dat de prijzen naar de particulier onveranderd wordt gelaten en naar de zakelijke klant de verkoopprijs exclusief btw.

Toepassing KOR Soort Klant Toepassing OVOB Verwachte winst
Volledig Particulier Ja Gelijk
Gedeeltelijk Particulier Ja Hoger
Niet Particulier Ja Hoger
Volledig of gedeeltelijk Zakelijk Ja Lager
Volledig of gedeeltelijk Zakelijk Nee Lager
Nee Zakelijk Nee Gelijk

 

 

 

 

 

ProVoet nuanceert eerder bericht: wel medisch noodzakelijke behandeling bij niet-coronapatiënten.

0

Gisteren adviseerde brancheorganisatie ProVoet haar leden om hun praktijken vanaf 16 maart tot en met 6 april te sluiten en tevens geen ambulante zorg te verlenen. Dit naar aanleiding van de door het kabinet aankondigde maatregelen om het coronavirus tegen te gaan.
Vandaag laat de brancheorganisatie weten dat spoedeisende behandelingen van niet-coronapatiënten wel kunnen doorgaan.

Het gaat dan om: “…de instrumentele behandelingen bij Sims 3 patiënten, in het geval van pre-ulcera, ulcera en bij ingroeiende teennagels”. De nuancering in het advies is tot stand gekomen in overleg met de Nederlandse vereniging van Podotherapeuten. Reden hiervoor is dat de brancheorganisatie complicaties bij deze patiënten wil voorkomen, “…zodat de reeds overbelaste ziekenhuizen en huisartsen niet extra worden belast met deze complicaties”. Wel blijven de RIVM-richtlijnen met betrekking tot het contact met de patiënt van kracht.

Voor alle overige patiënten blijft het advies voor sluiting van de praktijk onverminderd van kracht.

ProVoet adviseert pedicurepraktijken met onmiddellijke ingang te sluiten

0

Zie belangrijke update op onderstaand bericht
Een ander bijkomend aspect voor de brancheorganisatie is dat: “ in de voetverzorgingsbranche gewerkt wordt met aerosolen en bijbehorende nevel, dat tot snellere verspreiding van het virus zou kunnen zorgen. ProVoet acht het onverantwoord voor haar leden om nog langer door te werken en neemt hiermee haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het advies van ProVoet gaat op dit moment dus een stap verder dan de adviezen van de overheid.”

Het advies van ProVoet gaat vooralsnog ook een stap verder dan het advies dat de Nederlandse Vereniging voor Podoptherapeuten (NVvP) haar leden heeft geadviseerd. De NVvP neemt maandag 16 maart contact op met het Ministerie van VWS en aanpalende beroepsverenigingen over het verdere beleid.

Belangrijke update op dit bericht

Abonneren